1935

Nieuwe club

Het Nederlands Golf Comité vergadert in februari 1935 “in het clubhuis der Haagsche Golf Club”, in aanwezigheid van R. Jansma van AGC. In de notulen van het NGC is te lezen:

“De Voorzitter opent de vergadering en heet de afgevaardigden der nieuwe clubs Sallandsche G. Club ‘de Hoek’ en Amsterdamsche Golf Club evenals de nu toegetreden Golfclub ‘Enghuizen’ welkom (…).”

Een golf-dorado wacht

19350226 RDS jpg
26 februari 1935, De Corinthian/Revue der sporten.

De Corinthian/Revue der sporten kondigt eind februari de komst van de baan aan:

“Eerlang zullen de Amsterdammers, die hun hart aan de mooie golfsport hebben verpand, dat hart ruimschoots kunnen ophalen. De werkzaamheden in den Duivendrechtsen polder vorderen gestadig, en vanaf Mei zullen de eerste negen holes bespeeld kunnen worden. Dit a.s. golfparadijs, onze kiek toont het, draagt een even aantrekkelijk als typisch Hollandsch karakter.”

“Golflinks naderen de voltooiing”

De Telegraaf meldt op 9 maart 1935 dat de “Amsterdamsche golflinks de voltooiing naderen.” De gemeente Ouder-Amstel zal na een zwembad en wielerbaan ook een golfbaan bezitten.

“De eerste negen holes van de links (…) zijn in April voltooid. (…) Negen greens zijn reeds uitgezaaid, maar er moert nog veel geplant worden. Honderden boomen, heesters en bloemen zullen het geheel opfleuren (…).”

Het werk aan de baan begon ongeveer een jaar eerder. Het klopt echter niet wat de krant meldt, dat de eerste negen holes al in april klaar zullen zijn (zie verderop).

1935 de telegraaf 9 maart 1935
Het clubhuis in De Telegraaf, 9 maart 1935.

“Golfcourse in wording”

Op 31 maart schrijft De Telegraaf:

“Langs de terreinen, waar het nieuwe Ajaxstadion zal verrijzen, nadert men reeds spoedig den weg naar Duivendrecht, een weg, waar men met alle macht aan den gang is om een ruime verbreeding tot stand te brengen. Dat is de toegangsweg tot de golfcourse, welke in den Duivendrechtsche Polder wordt aangelegd en Amsterdam de gelegenheid zal bieden tot het beoefenen van een der mooiste spelen, welke het menschelijk vernuft heeft uitgedacht.

Een spoorwegovergang voorbij, een weggetje langs met een rij knotwilgen, die dat typisch aspect aan een polderlandschap geven, een verscholen boerderijtje, omringd door jong groen en uitbottende boomen aan de rechterzijde, en dan zegt mijn begeleider in eens: „hier komt die vijver, die voor de zevende hole geprojecteerd is. Een carry van 150 meter kunnen wij wel eischen en voor mindere broeders komt daar een tee, die den afstand beduidend verkleint.

Ettelijke werklieden graven reeds diep in den bodem, het grondwater is al zichtbaar en de contouren van den vijver laten zich onderscheiden, dan zie ik in eens de zevende hole voor me, bekijk het terrein en zoek naar een mogelijkheid — die er niet is — om den vijver te vermijden. Want dat water zal nog menig golfer een oogenblik van angst bezorgen.

Van de golf-course is overigens nog weinig te bespeuren. Voorloopig houdt men zich slechts bezig met grondwerk, het graven en uitdiepen van slooten aan den rand van het terrein, waardoor een goede afwatering verzekerd wordt.

Er wordt gewerkt in Duivendrecht, de golfcourse, waarop Amsterdam wacht, is in wording. Over eenige maanden zal men reeds flink gevorderd zijn. Ondanks vele moeilijkheden, welke nog zullen moeten worden overwonnen, zijn wij er van overtuigd, dat op den duur de Duivendrechtsche course van behoorlijke kwaliteit zal worden, waar de golfer zeer zeker ten volle bevrediging zal vinden. Een eerste eisch is echter: geduld en tijd, deskundig toezicht en onderhoud!”

Opening van het clubhuis

Het door de bekende Amsterdamse architect F.A. (Philip Anne) Warners (1888-1952) ontworpen clubhuis is eerder klaar dan de baan en wordt op 13 april 1935 in gebruik genomen. Het bevat volgens De Telegraaf “een clubzaal, een keuken en kleedgelegenheden voor dames en heeren, die van douches zijn voorzien.”

aoc26b jpg.jpg

Geschiedenis club 1 1934 1945_doc_88a483
Deze foto is in het bezit van het Gemeentearchief Amsterdam met als beschrijving “1934, aanleg golfveld, vervaardiger onbekend.” De vermoedelijke datum is 26 september 1934. Het zou heel goed een foto kunnen zijn van de aanleg van het clubhuis “op de plaats, waar een oude, vervallen boerderij stond” met links voor de ramen van de secretariaatskamer en de bestuurskamer.
19350226 (1) RDS jpg
26 februari 1935, De Corinthian/Revue der Sporten.
Geschiedenis club_doc_m1248ebfe bonas
Het clubhuis niet lang na de opening in 1935. Foto: Bonas.
Amsterdamse Golf Club Opening Clubhuis met Burg. De Vlugt 2
De officiële opening van het clubhuis in 1935 door burgemeester De Vlugt van Amsterdam. De precieze datum is onbekend.

Uit oude tekeningen van Warners uit 1933 blijkt dat de eerste kamer links een ruimte voor de “caddymaster” was. De tweede ruimte links was de “secretariskamer”. Met “de eerste kamer links” bedoelen we de eerste kamer links als je de huidige ingang van het clubhuis gebruikt. De ingang was in 1935 aan de andere kant: de deuren die nu verbonden zijn met de gang naar het Paviljoen.

De Telegraaf schrijft op verschillende data het volgende over het clubhuis:

“De overweg aan de treinhalte Duivendrecht verleent toegang tot de terreinen, terwijl een korte weg naar het uitgebreide parkeerpark voert. (…) 

Het geheel wordt bekroond door het smaakvolle clubhuis, een schepping van den architect F. A. Warners. Een ruime clubzaal beslaat de geheele voorzijde, de breede ramen geven uitzicht op de greens van de negende en achttiende hole, terwijl in de verte de torens van de hoofdstad opdoemen. Het gezellige hoekje bij den open haard, zal op wintersche namiddagen een waardige ’19th hole’ vormen, waar heel wat golferslatijn zal worden verkondigd.

Achter de clubzaal vindt men de keuken, terwijl trappen links en rechts toegang geven tot heeren- en dameskleedkamers, welke van alle gemakken zijn voorzien (voetbaden, douches en badkamers).

De vestibule wordt begrensd door een secretariskamertje en een up-to-date professionalshop, waar alle golfers-benoodigdheden te verkrijgen zijn, vanaf drivers voorzien van de handteekening van Bobby Jones tot grammofoonplaten met golfhints van Archie Compston. Dit is het heiligdom van den hoofdprofessional Jacob Oosterveer, een ouden rot in golf van wien de Amsterdammers veel zullen kunnen leeren. Beneden is een werkplaats voor den assistent-professional Wim van Dijk, die behalve een goed oefenmeester (hij genoot een prima opleiding bij zijn broer Jos op „De Pan”) tevens een bekwaam clubmaker is.

Rondom het clubhuis zijn voorts nog grasveldjes in aanleg voor cricket, clockgolf enz. Voor de leerlingen is een oefenterrein beschikbaar, terwijl bij regenweer van uit een shelter geslagen kan worden.

Tenslotte zij nog vermeld dat de hoofdingang zich bevindt bij den overweg van de treinhalte Duivendrecht, vanwaar een oprijlaan naar het ruime parkeerpark voert.”

Uit een ander artikel van De Telegraaf:

“Het clubhuis is een sieraad geworden met zijn rood-baksteenen muren en rieten dak. Daarvan zal de club nog veel plezier beleven en het zal voor den architect F. A. Warners een groote voldoening zijn. Het past goed in de omgeving, de aanleg rondom verzekert een royale entree en ook inwendig is alles breed van opzet.

Zoowel de heeren- als dameskleedkamers zijn eenvoudig doch smaakvol ingericht en bieden alles wat de golfer kan wenschen. Een groot aantal ‘lockers’ laat een uitbreiding van het ledental ruimschoots toe.

De recreatiezaal is zeer gezellig met groote ramen die uitzicht geven op de negende en achttiende green. Een open haard zal op wintersche namiddagen na afloop van het spel tol een zitje nooden. Het oog zal dan direct vallen op een aardig ‘golfgebed’ — boven de schouw geplaatst — dat als volgt luidt:

Lord give me strength
to hole a putt
so long that even
when talking of it
to my friends
I may never need tot lie

Terzijde van de vestibule ten slotte vindt men de welvoorziene shop van den professional en de secretariskamer. De professionals hebben reeds druk werk, want de belangstelling van de leden is groot. Veel lessen worden dan ook door de beroepsspelers J. Oosterveer en W. van Dijk, waarmede de club een goede keus heeft gedaan, gegeven. Het terrein is in dit opzicht goed ingericht; niet alleen is er een oefenterrein, doch men heeft ook een overdekte ruimte, waar men ingeval van regen kan oefenen.”

Het clubhuis is op palen gebouwd. In het archief van Amsterdam Old Course is het originele “palenplan” te vinden en daaruit blijkt dat er drie palen zijn gebruikt: “palen met opzetters, trekpalen en gewone palen”.

warners

In de bouwvergunning die de gemeente Ouder-Amstel afgeeft, worde de heipalen ook genoemd. De vergunning wordt afgegeven onder de voorwaarde:

“dat de heipalen zullen zijn bovenlandsche, een omtrek hebbende van 0.50 M van den kop van 70-80 cM., aan de punt 35 cM. minstens, een lengte vastgesteld volgens proefheiïng ingevolge artikel 46 der bouwverordening.”

“Golfcourse bijna gereed”

De Telegraaf meldt op 2 mei dat de baan voor een deel gereed is:

“(…) toen wij dezer dagen vernamen, dat waarschijnlijk einde Mei (ca. 1 jaar nadat de werkzaamheden werden begonnen) de eerste negen holes van de geprojecteerde achttien opengesteld zullen worden, zijn wij een kijkje gaan nemen.

Langs een landelijk zijweggetje van den verbreeden rijksstraatweg naar Utrecht, een eind voorbij de brug tegenover het betondorp, bereikten wij via een spoorwegovergang het terrein. Rechts een schilderachtig boerderijtje, verscholen achter bloeiende vruchtboomen en links een groene vlakte, waarop twee mannen, vervaarlijk zwaaiend met een club. Dan zien we een helwit balletje door de lucht suizen, nog één en nog één alle kanten vliegen ze uit. Een klein jongetje rent er achteraan om ze weer te verzamelen. Blijkbaar wordt hier een der eerste leerlingen in de geheimen van de ‘swing’ ingewijd. Even verder rijst rechts een fraai roodsteenen landhuis met rieten dak op: het clubhuis dat binnenkort het home van de Amsterdamsche golfers zal zijn.

Bij een rondwandeling over het terrein wordt men direct getroffen door het frisch-groene grastapijt. Over irrigatie behoeft men zich hier — in tegenstelling met de golfcourses elders in ons land — niet druk te maken. En wat het probleem betreft, dat hier wel moeilijkheden bood, nl. de ontwatering, die is op afdoende wijze opgelost. Binnen de ringvaart van den polder is rond het 34 ha groote terrein der Golfclub een ringsloot gegraven, waarin het overtollige water door een eigen gemaal kan worden uitgeslagen. Omgekeerd kan tijdens een drogen zomer in tegengestelde richting worden gewerkt, zoodat het gras wel altijd prachtig groen zal zijn. De bodem is op het oogenblik nog wel los, doch nergens drassig. (…)

De karakteristieke moeilijkheden van deze ‘poldercourse’ beginnen reeds op de lange tweede hole [bestaat niet meer], welke niet ver van de tee door twee slooten wordt gekruist, zoodat de beginneling door een gemiste drive al direct kans loopt met het water kennis te maken. De ‘longhitter’ kan zijn drive van een kleine 200 meter nog eens door een vollen tweeden slag laten volgen, maar als hij dezen pullt, loopt ook hij gevaar, daar verder in de richting van de green, links een vijver op van het rechte pad afgedwaalde ballen loert.

Op de derde hole [de huidige par-4 achtste] is een zuiver teeshot vereischt, aangezien de bal links door een boerderijtje opgevangen dreigt te worden [de boerderij die stond waar nu de reservehole is]. Men zal verstandig doen voor de vensters van dit gebouwtje een glasverzekering te sluiten.

De green van de vierde hole [bestaat niet meer, deze lag waar nu de greenkeepersloods is] ligt vlak tegen de spoorbaan. Juist als wij hier zijn, komt een genoeglijk boemeltreintje puffend en blazend uit de richting van Amsterdam aanrollen, en wij denken er aan, welk een mogelijkheden dit treintje biedt. Het missen van een korte putt op de vierde green, het toppen van een drive op de nabijgelegen vijfde tee [bestaat niet meer], alles kan hieraan worden toegeschreven, hetgeen vooral voor partners in een foursome prettig is. Alleen… de frequentie op deze lijn is niet zoo heel groot, zoodat men ten hoogste eenmaal per uur een kans heeft op dit excuus.

De zesde hole [de huidige hole 5 maar toen als dogleg naar links] is van het bekende ‘dog-leg’ type en de fairway loopt tussen twee boerderijen door [de boerderij die op de reservehole stond en een boerderij die stond waar de hudiige green 5 is] , zoodat zoowel een slice als een pull den bal tusschen de varkens kan doen belanden.

De back-tee van de zevende [bestaat niet meer] wordt achtereenvolgens door een sloot, een landweggetje [het Zwarte Laantje] en een meertje van de fairway gescheiden; wil men zonder omwegen hierover heenslaan, dan is een flinke carry vereischt! De front-tee — voor de minder ervaren spelers — is zoo geplaatst, dat men deze moeilijkheden, zij het met afstandsverlies, kan omzeilen.

Hiermede hebben wij wel de interessantste holes van de eerste negen behandeld; de tweede negen zijn nog niet ver genoeg gevorderd, om te kunnen worden beoordeeld.

Resumeerend meenen wij wel te mogen zeggen, dat men er in geslaagd is, naar het ontwerp van den Britschen golfarchitect Alison een aardige sportieve course aan te leggen, welke ook voor niet-Amsterdamsche, door de ideale seaside-links en inland-courses verwende, golfers nog meer dan voldoende aantrekkelijkheden zal hebben. Of de baan over een maand reeds sterk genoeg zal zijn om bespeeld te worden, zal echter nog afgewacht dienen te worden.

Wat het landschap betreft, dit doet thans nog wat kaal aan, doch de in ruime mate aangeplante heesters, boomen en bloemen beloven het beste voor de toekomst.”

Twee dagen later verschijnt in De Telegraaf een nieuw bericht over de baan met de kop “A’damsche Golfcourse einde mei geopend?” De auteur beschrijft het golflandschap:

“(…) Lichte glooiingen breken het vlakke polderlandschap, een enkel meertje is aangelegd een flinke beplanting zal in de toekomst een charmant aanzien aan het terrein geven. Het wordt ontegenzeggelijk een terrein, golf waardig.

Daartoe werkt in de eerste plaats mee, dat een golfarchitect van naam, mr. C. Alison, de baan heeft aangelegd. De geheele achttien holes zijn reeds uitgezet, doch nog slechts de eerste negen holes zijn in ongeveer bespeelbaren toestand. Deze hebben wij eens afgewandeld en wij hebben de verscheidenheid bewonderd waarmede zij zijn uitgezet. 

De 400 M. lange tweede hole [bestaat niet meer] vereischt twee verre slagen om de green te benaderen, de korte vierde hole [bestaat niet meer] is kundig gebunkerd, de lichte ‘dogleg’ zesde [de huidige hole 5 maar toen als dogleg naar links] zal nog menige moeilijkheid opleveren, de zevende [bestaat niet meer, men sloeg ongeveer van naast de huidige green 7 naar de huidige chippinggreen], waar een keurig meertje, in de lengterichting van de fairway circa 130 M. lang, den speler direct van de tee toeblikt, zal menigen beginneling een angstig oogenblik bezorgen. Voor den ‘tiger’ is een carry van een 150 yards om de fairway veilig te bereiken, niet te veel geëischt. Een front-tee voor de mindere broeders maakt dat het meertje geen ballenkerkhof zal worden.

De achtste hole [bestaat niet meer, over deze par-5 loopt nu de Utrechtboog], de langste van de course, meet 445 Meter. Een keurige ruime green, waarop men van het clubhuis uit het volle gezicht heeft, is het einde van de negende hole [ook nu de negende hole]. Over de tweede negen holes, welke nog in staat van wording zijn, willen wij nog geen oordeel geven.”

De Telegraaf meldt in het artikel dat de opening van de eerste negen holes – “welke reeds in April werd verwacht” – is uitgesteld tot einde mei:

“Doch ook dit tijdstip hangt nog in de lucht. De fairways zijn inderdaad nog wat zwak en de greens nog niet in den besten toestand. In een maand kan echter nog veel gebeuren, vooral in de groeizame maand Mei.”

Mei 1935: de opening van de eerste negen

Op 19 mei is het zo ver: de eerste negen holes worden geopend. De Telegraaf meldt op 20 mei:

“De werkzaamheden aan de golfvelden van de Amsterdamsche Golf Club te Duivendrecht waren zoo ver gevorderd dat heden [19 mei] de eerste 9 holes bespeeld konden worden. Een tweetal dames en vier heeren gaven een exhibition. Na de hevige regens de laatste dagen viel te vreezen dat het niet mogelijk zou zijn in dezen polder te spelen, doch de velden waren uitstekend.

Met een kleine plechtigheid werden de negen holes in gebruik genomen. Het woord werd gevoerd door den voorzitter van de Amsterdamsche Golf Club mr. K. Jansma, terwijl ook de burgemeester van Ouder-Amstel een rede hield, waarin hij de beste wenschen uitsprak voor het succes der golfvelden en hulde bracht aan het initiatief der organisatoren.”

19350916 RDS jpg
16 mei 1935, De Corinthian/Revue der sporten.

Statuten

De eerste algemene ledenvergadering wordt gehouden op 5 juli 1935 in het op 13 april opgeleverde clubhuis. Mr K. Jansma, al vanaf de oprichtingsvergadering belast met het voorlopig voorzitterschap, wordt in die alv tot voorzitter gekozen. W. Brusse wordt vice-voorzitter. J.R. Koning, hoofd van de hoofdstedelijke afdeling van Beplanting en tevens adviseur tijdens de aanleg van de baan, krijgt de functie van secretaris-penningmeester. De baancommissie heette in deze jaren het “greencomité”.

Op 15 juli 1935 bericht De Telegraaf over statuten:

“De ledenvergadering van de Amsterdamsche Golfclub, welke dezer dagen plaats vond, keurde de statuten met huishoudelijk reglement goed. Op de statuten zou Kon. goedkeuring worden gevraagd. De voorzitter herdacht het verscheiden van het bestuurslid, den heer G. Jiskoot, die zich veel moeite had gegeven bij de oprichting van deze jonge vereeniging. Aan den heer J. R. Koning, die zulk een werkzaam aandeel heeft gehad bij den aanleg van het golfterrein, werd verzocht zich beschikbaar te stellen voor de opengekomen plaats in het bestuur.

Het bestuur is thans samengesteld uit de volgende heeren: mr. K. Jansma, voorzitter; W. Brusse, mr. L. van Kranenbergh, J. F. Cremer, J. R. Koning, G. W. A. Luden, dr. W. Sieger, J. A. A. Straman en H. W. J. baron van Tuyll van Serooskerken en H. B. C. Falk, secretaris.”

18 holes

De officiële opening van “de fraai aangelegde 18 holes championship course” vindt plaats op 14 september 1935. Dat is niet zo heel lang na de opening van de eerste 18-holes baan in Nederland in 1924: de eerste 18-holes baan van de Haagsche bij Clingendael (die niet meer bestaat).

Plattegrond uit 1950 in Maandblad Golf, een blad dat in 1937 opgericht door het Nederlands Golf Comité.

De achterkant van de scorekaart van de baan in 1934.

Hole 1 bij de opening: die lag op de plek waar nu de range is. (De eerste negen en tweede negen werden overigens op een gegeven moment omgedraaid en toen werd hole 1 dus hole 10.)

Hole 3 is de huidige hole 8.

Hole 6 is de huidige hole 5. Hole 6 speelde naar de green van de huidige green 7.

Hole 9 is de huidige hole 9.

Hole 10 is de huidige hole 1.

Hole 18 is de huidige hole 2.

De voorkant van de scorekaart.

Ter gelegenheid van de officiële opening van de 18 holes stuurt de club uitnodigingen voor de opening met de volgende tekst:

“Het Bestuur van de Amsterdamsche Golfclub heeft de eer U met een dame uit te noodigen tot het bijwonen van de officieele opening der 18-holes course te Duivendrecht op Zaterdag 14 September a.s. om half drie, 1935. De Heeren R.F. Schill en J.W. de Haan hebben zich bereid verklaard na de opening een wedstrijd te spelen tegen de club-professionals J. [Jacob] Oosterveer en W. [Wim] van Dijk.”

A186 uitnodiging 1935 opening_0001

Genodigden bij de baanopening waren het Nederlands Golf Comité (NGC), alle Nederlandse golfclubs, B en W van Amsterdam, B en W van Ouder-Amstel, het Polder Bestuur, de directie van de N.S., het bestuur van het Olympisch Stadion, de Amsterdamse pers, het Polygoon en de Cineac.

Het Nederlands Golf Comité, de voorloper van de Koninklijke Nederlandse Golf Federatie (NGF), is in 1913 opgericht en richtte zich aanvankelijk op de belangen van vijf clubs en hun 500 leden. Clubs die na 1913 worden opgericht sluiten zich aan bij het NGC.

1935 clubhuis de telegraaf 15 september 2015
De Telegraaf op 15 september 1935.

De Telegraaf publiceert op 15 september bovenstaande foto met als onderschrift:

“Gisteren heeft de officieele opening plaats gehad der banen van de Amsterdamsche Golfclub. O.a. was bij de openingsplechtigheid aanwezig burgemeester De Vlugt, die door den heer Mr. K. Jansma, voorzitter der Amsterdamsche Golfclub, op de links werd rondgeleid (links); niet alleen de golfbanen zelf, doch ook het clubhuis (midden) is een sportieve aanwinst voor Amsterdam. De voorzitter van het N.O.C., Mr. A. Varon Schimmelpenninck van der Oye, deed den eersten slag, waardoor de banen  officieel geopend waren (rechts).”

Bij de opening van de baan verricht baron Schimmelpenninck van der Oye, voorzitter van het Nederlands Olympisch Comité, de openingsslag. Caddie Jantje Dammers weet de bal na de openingsdrive te bemachtigen en krijgt daarvoor een rijksdaalder.

Amsterdamse Golf Club Eerste Bal 1935 b
Bij de opening. Vlnr jhr Snouck Hurgronje, baron Schimmelpenninck van der Oye, caddie Jantje Dammers die de bal na de openingsdrive bemachtigde en daarvoor een rijksdaalder kreeg, mr K. Jansma en ir J.R. Koning.

Jhr mr A.M. Snouck Hurgronje is President van het Nederlandsch Golf Comité (hij zou in totaal 29 jaar een hoofdrol vervullen bij het NGC) en voorzitter van de Haagsche (38 jaar lang). Golfers Magazine schrijft in 2016 dat Snouk Hurgronje vanaf 1921 tot zijn dood in 1951 secretaris-generaal van buitenlandse zaken was.

1935 handelsblad 15 september 1935
Handelsblad, 15 september 1935.

De demonstratiewedstrijd – de amateurs R.F. Schill (van de Haagsche) en J.W. de Haan (van de thuisclub) speelden tegen de club-professionals van de baan in Amsterdam, Jacob Oosterveer en Wim van Dijk – wordt gewonnen door de amateurs, 2 up.

Geschiedenis club 1 1934 1989_doc_m28ffe3e2 van dijk oosterveer
De pro’s Wim van Dijk en Jacob Oosterveer. Bij de opening van de 18-holes baan op 14 september 1935 werd ook een demonstratiewedstrijd gespeeld, een vierbal. R.F. Schill (van de Haagsche) en J.W. de Haan (van de Amsterdamsche) speelden tegen de club-professionals Oosterveer en Van Dijk (de eerste pro’s – ‘oefenmeesters’ – op de club in Amsterdam; Van Dijk was assistent van Oosterveer). Dit was de tee van de huidige achtste hole, de dogleg par 4 bij het Duivendrechtstation, maar de tee op deze foto is allang verdwenen; op de plek waar deze tee was loopt nu ongeveer het fietspad tussen station Duivendrecht en de Arena.

W. de Vlugt, de burgemeester van Amsterdam, speelt ook golf. Hij stelt bij de openingswedstrijd een beker beschikbaar die later de Burgemeester de Vlugt Beker gaat heten.

1935 FotoAGC50JAARpag10
Aan de start voor de demonstratie tijdens de opening: vlnr Frans de Haan, burgemeester De Vlugt [van Amsterdam] en [voorzitter] K. Jansma.
Amsterdamse Golf Club met Pro Wim van Dijk 2
Pro Wim van Dijk bij de openingswedstrijd in 1935.
Amsterdamse Golf Club Opening 1935 Van Dijk en Oosterveer 2 aaa
De pro’s Wim van Dijk en Jacob Oosterveer bij de openingswedstrijd in 1935.
1935 0005 IMG
De pro’s Wim van Dijk en Jacob Oosterveer bij de openingswedstrijd in 1935.
1935 0012 IMG
De pro’s Wim van Dijk en Jacob Oosterveer bij de openingswedstrijd in 1935.
Amsterdamse Golf Club Openingswedstrijd 1935 2 aaa
De openingswedstrijd in 1935.

De Telegraaf schrijft op 15 mei uitgebreid over de opening van de 18-holes baan:

Officieele opening der A’damsche golfclub.
Buitengewoon groote belangstelling.
EERSTE NEGEN HOLES REEDS PERFECT.

Met een ferme drive — ongeoefendheid ten spijt — heeft hedenmiddag de voorzitter van het Nederlandsche Olympisch Comité, mr. A. Baron Schimmelpenninck van der Oye, de golfcourse van de A’damsche Golfclub, welke thans te Duivendrecht onder den rook van Amsterdam is verrezen, geopend. En het deed ieder genoegen dat het de kleinste der caddies was, die den bal het eerst bereikte en daarvoor de traditioneele belooning mocht opeischen. Daarmede was dus officieel het spelen van golf in onze hoofdstad ingeluid, nadat Amsterdam daarvan reeds veel te lang was verstoken geweest.

Voor het evenwel zoo ver was, hadden in het gezellig-aangekleede clubhuis, dat eveneens een aanwinst is voor het Amsterdamsche sportleven, velen den lof gezongen van het prachtige en gezonde golfspel, dat zooveel voldoening schenkt doch ook zoo moeilijk is…. De voorzitter van de Amsterdamsche Golfclub, mr. K. Jansma, heette allereerst alle aanwezigen welkom en wees op de vele kwaliteiten van golf. Hij hoopte, dat de opening van de Amsterdamsche Golfclub zou bijdragen tot een vergrooten bloei van het Nederlandsche golf en bracht dank aan allen die hebben bijgedragen tot het succesvol uitvoeren van de plannen, speciaal aan den secr.-penn. van de club, ir. J. R. Koning, hoofd van de afd. Beplantingen van de gemeente Amsterdam, wiens onvermoeide werken thans met een aan alle eischen voldoende baan is bekroond.

Dr. de Vlugt spreekt.

De Burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, wenschte vervolgens als eerste de Amsterdamsche Golfcl. met de opening van de baan geluk. Zelf golfspeler zijnde, wist hij dé voordeelen van het spel zeer juist te belichten waarna de burgemeester zijn aardige speech eindigde met de mededeeling, dat hij gaarne den eersten prijs voor de clubwedstrijden zou beschikbaar stellen.

Namens het Nederlandsch Golf Comité voerde de praeses jhr. mr. A. M. Snouck Hurgronje het woord. Hij complimenteerde het bestuur en verklaarde elke uitbreiding van golf zeer toe te juichen. Hij hoopte dat de A’damsche Golfclub aan het Nederl. golf de noodige jeugd zou verschaffen welke ons land in de toekomst zal kunnen vertegenwoordigen.

Als voorzitter van de Haagsche G. C. bood jhr. Snouck Hurgronje een Zilveren Ooievaar aan, als prijs voor de clubwedstrijden, welke vogel zich ongetwijfeld in het polderlandschap van Duivendrecht goed zou thuis gevoelen.

Mr. A. Baron Schimmelpenninck van der Oye voerde namens het N. O. C. het woord. Hij wenschte de A’damsche Golfclub toe, dat zij een waardige aanwinst voor de Nederlandsche sport zou zijn en riep bij voorbaat de clementie in der aanwezigen met betrekking tot de openingsdrive onder het motto: ‘Men lette op den uitslag niet, doch telle het doel alleen’….

Nog spraken de heeren ir. Thijssen (Hilv. G. C.), J. J. A. Straman (burgemeester van Ouder Amstel in welke gemeente de baan ligt), Noorduyn (Noordwijkse G. C.), Goossens (Rott. G. C.), Haitsma Mulier (‘De Pan’) en Ankersmit (Sallandsche G. C.), waarvan velen hun woorden van een geschenk deden vergezeld gaan. Ten slotte dankte mr. Jansma in een slotwoord de sprekers, waarna de voorzitter van het N. O. C. zijn reeds gememoreerde drive van de eerste tee sloeg.

Interessante holes.

Vervolgens konden de talrijke toeschouwers met de baan kennismaken gedurende een interessant four-ball, waarin de professionals van de club Jacob Oosterveer en Wim van Dijk speelden tegen onzen amateurkampioen R. F. Schill (Haagsche G. C.) en het lid van de A’damsche Golfcl. F. W. de Haan. In dezen laatste heeft de vereeniging reeds een waardig representant. Er werd in deze partij behoorlijk golf gespeeld en enkele malen kon het publiek van bijzondere prestaties genieten. De amateurs wonnen ten slotte met 2 up: bij de turn waren zij 1 up, op de 13e kwamen zij dank een birdie van Schill 2 up.”

De Haagsche gaf destijds als oudste golfclub aan elke nieuwe club een Ooievaar als trofee.

Amsterdamse Golf Club 1935 vijver 7de hole
1935, “Gezicht op de vijver van de 7e hole en de 11e fairway”. (Deze holes bestaan niet meer, de tee van hole 7 was naast de huidige zevende green.)

Het Handelsblad bericht ook over de opening:

“(…) De groote zaal van het gezellige en comfortabele clubhuis was geheel gevuld met autoriteiten en golfvrienden, toen de voorzitter van de Amsterdamsche Golfclub, mr. K. Jansma, zijn openingsrede uitsprak. Spreker wees erop, dat thans een leemte in het Amsterdamsche sportleven is aangevuld, aangezien er in een wereldstad als Amsterdam toch zeker geen gelegenheid mag ontbreken de nobele golfsport, welke zich ook in ons land tegenwoordig in een toenemenden bloei mag verheugen, te beoefenen. Wanneer men in het Rijksmuseum de schilderijen onzer oude meesters beschouwt, blijkt wel, dat er reeds in de 17e eeuw in de onmiddellijke omgeving van de hoofdstad des lands volop gelegenheid was tot het spelen van kolf, welke sport wel als de basis van golf mag worden beschouwd. Het had spreker dan ook verwonderd, dat in het overigens zoo voortreffelijke uitbreidingsplan van de gemeente Amsterdam, dat zich uitstrekt tot het jaar 2000, met alles rekening was gehouden, behalve met den aanleg van golfterreinen.

De stichters van de Amsterdamsche Golfcourse hadden echter niet tot het jaar 2000 willen wachten en ondanks vele moeilijkheden zijn zij er in geslaagd, in den Duivendrechtschen polder een golfcourse te doen ontstaan, welke over eenige jaren zeer zeker met de beste banen in ons land zal kunnen wedijveren.

Het vraagstuk der drainage is op meesterlijke wijze opgelost (waarvoor niet minder dan 18 km draineer buis noodig is geweest!), niet in de laatste plaats dank zij deskundigen adviezen van prof. Visser van het Ontwateringsbureau te Wageningen, aan wien men veel dank verschuldigd is. Wat den aanleg van de baan qua golfcourse betreft, heeft men alles te danken aan ir. J. R. Koning, hoofd van de afd. Beplantingen der gemeente Amsterdam, die behalve een bekwaam tuinarchitect tevens een golf kenner par excellence is. Weliswaar werden de plannen ontworpen door den Britschen golfarchltect Allison, doch de heer Koning heeft bij de uitvoering der plannen de algeheele leiding gehad en zich op zoo’n voortreffelijke wijze van zijn taak gekweten, dat het welslagen van het project wel geheel op zijn rekening kan worden geboekt.

Voorts bracht spreker nog dank aan den heer Warners, die het zoo goed in deze landelijke omgeving passende clubhuis heeft ontworpen, aan den Burgemeester en het gemeentebestuur van Ouder-Amstel alsmede het bestuur van den Duivendrechtschen Polder en de directie der Nederlandsche Spoorwegen, waarvan men zoo’n algeheele medewerking heeft mogen ondervinden.

Vervolgens werd het woord gevoerd door den burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, die zich allereerst gedwongen voelde een rectificatie aan te brengen in de woorden van mr. Jansma, aangezien hij den oud-wethouder van Publieke Werken, den heer Walrave Boissevain, tekort had gedaan, daar deze er wel degelijk voor heeft gezorgd, dat in het uitbreidingsplan der gemeente Amsterdam rekening is gehouden met den aanleg van golfterreinen, hetgeen van een enthousiast golfer als de heer Boissevain ook niet anders verwacht had kunnen worden.

Alleen wilde Amsterdam niet zoo imperialistisch zijn. om nu direct reeds de gemeente Ouder-Amstel concurrentie aan te doen. Vervolgens prees de burgemeester de kwaliteiten van het golfspel, waarbij men behalve gelegenheid tot een fiksche wandeling in de buitenlucht, ook zijn zorgen voor een wijle vergeet. (zooals spreker, zelf golfbeoefenaar, uit ervaring had kunnen constateeren), aangezien alle aandacht op dat kleine vutte balletje geconcentreerd dient te worden. Hij wenschte de club van harte geluk met de opening van dit prachtige terrein en stelde voor den eersten wedstrijd der club persoonlijk een prijs beschikbaar.

De president van het Nederlandsche Golf- comité, mr. A. M. Snouck Hurgronje, merkte op, dat hij indertijd bij de opening van de Rotterdamsche G. C., wel reeds gedacht had, dat Amsterdam nu wel niet lang zou achterblijven, gezien de scherpe concurrentie, die er altijd tusschen deze beide steden bestaat op het gebied van het graven van ‘waterhazards’. Hij had de stichting der Amsterdamsche Golfclub met vreugde begroet en wees op het ongelijk der kleinmoedigen, die meenden dat bestaande golfclubs hiervan schade zouden ondervinden. Spreker hoopte juist, dat de Amsterdamsche golfcourse een kweekplaats zou worden van een nieuwe generatie van golfers, tot heil van de toekomst van golf in Nederland.

(…) De voorzitter van het N. O. C., mr. A. Baron Schimmelpenninck v. d. Oye, bracht hulde aan den heer Koning, wiens hulp ook hem bij den aanleg van de grasmat in het Olympisch Stadion in 1928 zoo van pas was gekomen. (…) De burgemeester van Ouder-Amstel, de heer J. A. A. Straman, sprak er zijn vreugde over uit, dat thans in zijn gemeente van ‘koeien en kikkers’ vrijwel alle takken van sport vertegenwoordigd zijn.”

Bij de opening drinkt men koffie, thee en limonade. De club heeft nog geen vergunning heeft om alcoholhoudende dranken te schenken.

Lof voor de negende hole

De verslaggever van De Telegraaf beschrijft in zijn artikel over de opening van de baan de holes en meldt onder meer:

“(…) waarna de 9e hole [nog steeds de negende] met zijn breede fairway en prachtige plateau-green de eerste helft goed afsluit. Deze green met een mooie ‘slope’ doet aan de 18e green van de Kennemer denken.

Ook de tweede negen holes zijn golf-architectonisch alle zeer geslaagd, echter zijn zij nog niet in dien goeden staat als de eerste 9 holes, daar zij veel later zijn ingezaaid. Een beoordeeling daarvan bewaren wij voor een volgende maal.

Wat zoo bijzonder op de course te Duivendrecht opviel, was het feit, dat men de baan zoo geheel heeft laten aansluiten aan het landschap, waarin ze gelegd is. Dat is een groote verdienste van de Engelsche golfarchitecten Colt, Alison & Morrisson Ltd. en hun medewerker ir. Koning. Ongetwijfeld zal golf in Amsterdam thans tot bloei komen, de meer dan tweehonderd leden welke de club heeft, wijzen er reeds op.

Met genoegen zal golf-spelend Nederland thans kennismaken met wat in den polder te Duivendrecht gewrocht is, een golfcourse welke haar plaats te midden van de véle fraaie Nederlandsche banen waard is.”

Het Handelsblad schrijft onder meer het volgende over de baan:

“De boerderijen, die hier en daar over de course verspreid liggen, verhoogen de aantrekkelijkheid van het landschap in niet geringe mate, terwijl de ruim 4000 heesters en boomen, die aangeplant werden, het geheel in de toekomst tot een fraai natuurpark zullen maken.”

Vlaggenwedstrijd

Volgens een document uit het archief was er op 15 september 1935, een dag na de openingswedstrijd, nog een wedstrijd:

“Foursomes Vlaggenwedstrijd, 18 holes, met voorgifts

Inleggeld f 0,50 per persoon

Als prijzen worden eenige kunstvoorwerpen uitgeloofd. De inschrijvingslijst ligt in de groote zaal gereed.

In het vervolg zullen Wedstrijden gehouden worden op den laatsten Zaterdag van iedere maand.”

Oosterveer wint en De Vlugt erevoorzitter

In oktober verdedigt “de oudste Oosterveer, professional van de Amsterdamsche G.C.” met succes zijn titel in “de jaarlijksche wedstrijden om de Twente Cup”.

“Met twee ronden van 71 en 68 eindigde hij met 139 liefst zeven slagen voor nummer twee, Wim van Dijk, zijn assistent van de A’damsche G.C.

Jacob Oosterveer’s belangstelling voor wedstrijd-golf was de laatste jaren niet zoo groot, doch heden op de baan van de Twentsche G.C. heeft hij weer eens getoond één onzer sterkste beroepsspelers te zijn.”

Op 18 oktober 1935 is in een onbekende krant te lezen dat de burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, “de benoeming tot eere-voorzitter” heeft aanvaard:

“Het is bekend, dat dr. de Vlugt de weinige uren, die hij zich kan onttrekken aan zijn drukke ambtsbezigheden, gaarne aan het golfspel wijdt.”

Amsterdamse Golf Club Opening 1935 met Burg. De Vlugt 2
Burgemeester De Vlugt [van Amsterdam] bij de opening van de 18-holes baan

Een kleine 200 leden en een caddietekort

In 1935 komt het clubleven op gang met wedstrijden en bridge-bijeenkomsten. Eind 1935 zijn er een kleine 200 leden. Dat is veel voor een beginnende club maar niet genoeg volgens het lustrumboek 50 Jaar Amsterdamse Golf Club:

“De eerste ‘Wedstrijd van de Maand’ werd gehouden (…). Het B-team onder leiding van F.W. [Frans] De Haan won alle wedstrijden in de Competitie, maar de kosten van de ontvangst van andere teams waren een bron van zorg. Een grotere zorg bleef echter het geringe bestand. Bij verliesgevende exploitatie zou de firma Temmink namelijk gerechtigd zijn de met de AGC aangegane overeenkomst te beëindigen. De Propaganda-commissie had nog weinig succes; er waren niet meer dan 190 leden.”

F.W. de Haan was een “topamateur” in die tijd. Hij maakte deel uit van het nationale team en speelde in wedstrijden als Amateurs-Professionals.

Er is eind 1935 ook een caddieprobleem volgens het lustrumboek 50 Jaar Amsterdamse Golf Club. Ze dreigen op drukke dagen weg te blijven als hun wensen niet gehonoreerd worden – zowel caddies in vaste dienst als caddies die in het weekend aantreden. Ze wensen een verhoging van de tarieven.

“Er dreigt een tekort aan caddies te ontstaan als hun tarieven niet verhoogd worden. Zowel de caddies in vaste dienst als de “losse” caddies dreigen op drukke dagen weg te blijven als hun wensen niet gehonoreerd worden door het bestuur. Voorzitter Jansma is bereid over te praten en nodigt de caddiemaster uit voor een gesprek met het bestuur. Dit is geheel tegen de zin van bestuurslid Luden die zich op het standpunt stelt dat er pas te praten valt als ze beter presteren, omdat ‘de caddies niet voldoende opletten waar de ballen van de leden terechtkomen.’ De caddiemaster wordt desondanks ontvangen en verzoekt het bestuur het tarief tot 70 cent per ronde van 18 holes te verhogen. Wanneer de caddiemaster vertrokken is, kissebist het bestuur nog een uur lang voordat uiteindelijk het besluit valt dat per ronde van 18 holes 70 cent berekend zal worden, waarvan 15 cent voor de dub bestemd is. Per ronde van 9 holes wordt het tarief op 40 cent gesteld, waarvan een dubbeltje naar de club gaat. De norm voor de fooi wordt op een kwartje gesteld.”

De spelers ondervinden in 1935 veel last van de (eerste) verhoging van de spoordijk. Maar door de grondwerking zijn de daaraan grenzende holes (hole 12 met name, die niet meer bestaat) ongewild verbeterd doordat zij een ‘golvend’ aspect krijgen.

Competitie

competitie aoc a
“De eerste competitie-golfwedstrijden op de Amsterdamsche golflinks te Duivendrecht. Op den achtergrond het clubhuis. Links de heer J. Catz (Noordwijk); rechts de heer F.W. de Haan (A’dam).”
competitie Geschiedenis club 1 1934 1945_doc_1346154c aaaa
Het origineel van de foto erboven. Het bijschrift op de achterkant van deze originele foto: “Amsterdamsche Golfclub in Duivendrecht. Vereenigde Fotobureaux, Singel 93, Postbus 719, Amsterdam C.” Dit is de huidige green van de par-5 negende.

Allround sportsman

warners 22
F.A. Warners,  de architect van het clubhuis. Foto: Bonas

De architect van het clubhuis, F.A. Warners. “speelde actief cricket, tennis en golf, hij schaatste en skiede, kortom, hij was een ‘allround sportsman’”, schrijft Annet Pasveer. Zij bestudeerde de architect en op basis van haar afstudeerscriptie en artikelen verscheen haar boek F.A. Warners (1888-1952), Pionier van het etagehuis. Het boek uit 2004, geschreven met medewerking van Michiel Kruidenier, maakt deel uit van een reeks en verscheen op initiatief van Bonas: de Stichting Bibliografieën en oeuvrelijsten van Nederlandse architecten en stedebouwkundigen. Pasveer is ook mede-auteur van het fotoboek F.A. Warners – Architect (2017).

De schrijfster hield haar afstudeerfeest in 1999, heel toepasselijk, in het AOC-clubhuis van Warners. In haar boek vertelt ze onder meer dit over de architect:

“Warners werd bij de verenigingen waarvan hij lid was regelmatig voor de bouw van een clubhuis gevraagd. Zo bouwde hij de verenigingsgebouwen voor de Amsterdamse IJsclub aan de Amstelveenseweg in Amsterdam (1926) en de Amsterdamse Golflinks aan het Zwarte Laantje te Duivendrecht (1934) en een ambtswoning voor de Kennemer Golf en Country Club in Zandvoort (1930). Daarnaast verrichtte Warners enig grafisch werk in de vorm van logo’s en periodieken voor de Nederlandsche Skivereeniging waarvan hij medeoprichter was.”

terras jpg
Het terras van het clubhuis in de eerste jaren. Het terras lag toen aan de zijde van de huidige green 9. Foto: De Corinthian/Revue der Sporten.

Een lijst met alle gebouwen van de hand van Warners is te vinden in Pasveers boek en op de website van Bonas. In 1997 was er in het Stadsdeel Oud Zuid de tentoonstelling “F.A. Warners (1888-1952). Architect in Amsterdam-Zuid”.

Op de website van Bonas staat het volgende over het clubhuis:

  • Clubhuis Amsterdamsche Golflinks, Zwartelaantje, Duivendrecht
  • Opdrachtgever: Amsterdamsche Golflinks
  • Architecten: Warners, F.A.
  • Ontwerpjaar: 1933
  • Uitvoering: 1934
  • Archiefgegevens: NAi/WARS, dossier 23

Bij de bijzonderheden staat vermeld:

“Warners, die zelf lid is van de golfclub, ontwerpt een clubhuis in de vorm van een groot landhuis zoals hij er rond de jaren dertig van de twintigste eeuw diverse heeft gebouwd. Typerend zijn het ver overkragende rieten dak tot aan de begane grond en de haaks op elkaar geplaatste bouwdelen. Het clubhuis van de Amsterdamsche Golflinks, tegenwoordig Amsterdam Old Course geheten, wordt met sloop bedreigd.”

Het laatste – “wordt met sloop bedreigd” – is overigens niet meer juist.

Amsterdamse Golf Club Aanleg 1935 warners en echtgenote (2)
“De architect van het nieuwe clubhuis de heer F.A. Warners met echtgenoote en de heer J.A. Straalman, de vooruitstrevende burgemeester van Duivendrecht, bezichtigen een van de vele reeds gedempte slooten, die dwars door de fairways gaan. Hier wordt de opgegooide grond gelijk gemaakt.” Foto: De Corinthian/Revue der sporten 9 juli 1934.

Warners is ook de ontwerper van de letters “golflinks” die de club gebruikt voor een bord (witte letters in een blauw veld met een zwarte rand).

2017 golflinks letters warners aaa (4)
De letters voor “Golflinks” van Warners uit 1934.
FotoAGC50JAARpag27 golflinks (1)
Een later in de 20ste eeuw geplaatst bord “Golf links” (niet het origineel uit 1934).
glasplaat 16 warners - kopie
Een tekening van F.A. Warners (scan van een glasplaat).

Lees verder > 1936.

Plaats een reactie