1952

Dieptepunt

Het begin van de jaren vijftig is een dieptepunt in de geschiedenis van de club. Een jaar later, in 1953, zal de club een dal van 196 leden bereiken. Het bestuur maakt een brochure met de titel “Kan de Amsterdamse Golf Club blijven bestaan?” De firma Temmink wil af van de huurverplichtingen en het clubhuis en machinepark overdoen, maar de AGC heeft geen geld.da

Er komt een nieuw bestuur om de moeilijke situatie op te lossen. (Meer details hierover staan in de lustrumboeken 50 Jaar Amsterdamse Golf Club en AGC 65 Jaar). De NS zijn vervolgens bereid te onderhandelen over de overdracht van het huurcontract van de firma Temmink op de club. Met Temmink wordt een overeenkomst gesloten dat het clubhuis, de machines en het contract met de NS aan de AGC wordt overgedragen tegen een bedrag van 50.000 gulden.

De overdracht wordt gefinancierd door onder veertig leden obligaties te plaatsen tot een totaal bedrag van 40.000 gulden met een rente van 4 procent. (Binnen vijf jaar zal de gehele obligatieschuld afgelost worden.)

Pas in de loop van de vijftiger jaren zal de club in een rustiger vaarwater komen. Er melden zich volgens het lustrumboek van 1999 veel nieuwe leden aan en het bestuur durft de contributie stap voor stap te verhogen. Onder voorzitter Noorduyn slaagt de club er in ook het clubhuis in eigen bezit te krijgen. (AOC zal het clubhuis in de volgende eeuw aan de NS overdragen.)

SSS

Op 1 januari 1952 wordt een nieuw handicapsysteem van kracht in Nederland, de Standard Scratch Score & Handicapping Scheme (“de SSS”) zoals aangenomen door de vier Britse Unions die er op dat moment zijn. Nederlandse banen worden opnieuw opgemeten.

In een brochure van de NGF wordt SSS als volgt uitgelegd:

“Omdat alle golfbanen per hole in lengte kunnen verschillen, is er naast de par-score een zgn. S.S.S.-waarde. De S.S.S. is gebaseerd op de totale lengte van de 18 holes. Zo heeft een par 72 van 5500 meter een S.S.S. van 69 en een baan met een totale lengte van 6.100 meter. Voor dames geldt dezelfde S.S.S. voor een 12% kortere, totale lengte.

De overgrote meerderheid van de spelers heeft aanzienlijk meer slagen nodig dan de S.S.S. van de baan. Wie gemiddeld meer dan 24 slagen nodig heeft, krijgt dan ook een handicap van 24 toegewezen. Een ander, die regelmatig 12 slagen meer gebruikt, krijgt handicap 12.”

Minder bunkers, minder green

In de jaren vijftig moest er gelaveerd worden “tussen ‘de tering naar de nering’ en toch een goede baan”, zoals het lustrumboek van 1984 het beschrijft.

“Het onderhoud van de baan werd gestroomlijnd door terugbrenging van het aantal bunkers van 66 naar 47. De totaaloppervlakte van de greens ging van circa 12.000 m2 [666 m2 per green] naar circa 8.700 m2 [483 m2 per green].”

Ingrijpende veranderingen dus. Hoeveel bunkers er bij de aanleg van de baan waren is niet bekend, ze staan niet getekend op de plattegronden die zijn teruggevonden. In de oorlog zijn ook bunkers verdwenen. In 1980, zo blijkt uit de clubarchieven, zal de baan weer 55 bunkers tellen.

Er wordt in deze jaren contact opgenomen met St. Ives Research Station in Yorkshire, zo is te lezen in het lustrumboek van 1999:

“Men vraagt het St. Yves Research Station in het Engelse Yorkshire om advies over de greens. met als gevolg dat de speelvolgorde van de holes een verandering ondergaat. De eerste hole [die was waar nu de range is] wordt ingekort en ‘gepromoveerd’ tot tiende hole en men besluit levens het plantsoentje voor het clubhuis in te richten als parkeerplaats, omdat het aantal autobezitters in de jaren ’50 en ’60 allengs toeneemt.”

Muur om het terras

Het terras van het clubhuis wordt aanzienlijk vergroot. “Een van de leden liet op zijn kosten het geheel ommuren”, meldt het lustrumboek van 1984.

Dames-Zomerbeker

De baan is in 1952 opnieuw gastheer van de Amateurs-met-Professionals Foursomes en er wordt nog een grote wedstrijd in Duivendrecht gespeeld: de Dames-Zomerbeker.

1952 mblad golf 1952 a
Maandblad Golf, 1952. 

Uit een verslag in Maandblad Golf:

“De deelneming aan de Dames Zomerbeker heeft alle records geslagen; niet minder dan 56 dames hebben er (…) met groot enthousiasme aan meegedaan. (…) Winnares werd (na een play-off) mevr. T. (Thea) Feith ((handicap)20) met netto 66. (…) Mevrouw Inkson won de prijs voor de beste bruto score met 79. ’s Middags hebben de 56 dames medegespeeld in een foursomewedstrijd tegen bogey. (…)”

1952 mblad golf 1952 d
Maandblad Golf, 1952. Bijschrift: “De wedstrijd om de Dames-Zomer-wisselbeker bracht het record-aantal van 56 deelneemsters bijeen.” Het terras is nog niet ommuurd. 
Een fragment van de Dames-Zomerbeker.

De wedstrijd om de Dames-Zomerbeker bestaat sinds 1927, de wisselbeker sinds 1932. De Gooi- en Eemlander berichtte op 6 september 1927:

De Hilversumsche Golfclub heeft voor haar dames een zeer fraaien zilveren wisselbeker ten geschenke gekregen van den heer W. Brusse. Deze beker, genaamd de Dames Zomerbeker, zal telken jare in een 18 holes handicap medalplay wedstrijd verspeeld worden.
Aan dezen wedstrijd zullen dames van erkende golfclubs mogen mededingen. Daar de beker eerst thans in het bezit van de club is gekomen, zal de 1e wedstrijd dit jaar gehouden worden op Zondag 25 September a.s., des morgens 10 uur.

In de eerste jaren werd de Dames-Zomerbeker alleen op de Hilversumsche gespeeld.

In de vierde editie van de Nationale Caddiewedstrijd, in 1952 gespeeld op de Hilversumsche, wordt de Amsterdamse caddie Geert Plas zesde.

Fraaie fairways op veen

In het orgaan van de Duitse golfbond schrijft de pro van de Münchener GC over golf in Nederland. Over de baan in Amsterdam schrijft hij:

“De baan ligt ongeveer vier kilometer van de stad. Deze baan ligt mooi, maar hij is wat vlak. Hij heeft echter prachtige, natuurlijke water-hindernissen.”

Een schrijver met de initialen J.C.C. maakt voor Maandblad Golf een verslag van golf in Nederland onder de kop “Een vacantiereis langs Nederlandse Golfbanen”. Hier volgt een deel van zijn beschrijving van de baan in Duivendrecht, onder de kop “Amsterdam: fraaie fairways”:

“Ik herinner me nog, hoe wij vroeger, vóór de oorlog, eens naar Duivendrecht reisden voor de handicap-competitie; de bomen, die nu om en bij de baan staan, waren toen nog maar van die scherts-struikjes, waarvan niemand wist wat het worden moest. Niemand … behalve dan de mensen, die indertijd met vooruitziende blik in de Duivendrechtse Polder deze 18 holes baan hebben aangelegd.

Hoe het mogelijk is, dat er nu nog golfers zijn, die met een min of meer hautain gebaar beweren, dat zij liever aan de Vierdaagse zouden meedoen – waar ze overigens ook nooit aan beginnen! – dan 18 holes gaan spelen in Duivendrecht, is mij een raadsel. Want fraaiere fairways dan hier heb ik tijdens mijn golfreis nergens kunnen ontdekken en een mooier park in de omgeving van Amsterdam zou ik nauwelijks kunnen noemen, wanneer ik op het terras van het gezellige clubhuis de blik laat gaan over die hole, waarop Van Baalen zo graag zijn drive staat te oefenen. (…)”

1952 maandblad g 1952 kerkhole 1
Maandblad Golf, september 1952. Foto van de baan in Amsterdam bij het artikel “Een vacantiereis langs Nederlandse Golfbanen”. De foto zal opnieuw geplaatst worden in Maandblad Golf  in juni 1959, bij het 25-jarige bestaan van de club.

De fairways op veen (inmiddels verdwenen, in 2018 zal de laatste verdwijnen) waren in de winters nat maar in de zomer behoorden ze tot de beste van Nederland.

Lees verder > 1953.