2010

20 jaar AOC, 75 jarige-verjaardag van de baan

AOC viert in 2010 het 20-jarige bestaan van de club en het 75-jarige bestaan van de baan. Het bestuur in het lustrumjaar bestaat uit Rien Hagen (voorzitter), Marie-José Grotenhuis (secretaris), Henri Rinck (penningmeester), Willem Hondius en Irene Vroom. Na anderhalf jaar bestuurslid te zijn geweest besluit Maaike Hilbrand haar functie in het bestuur neer te leggen, maar ze blijft betrokken bij de lustrum- en golfweekcommissie en de redactie van de nieuwsbrief.

De greenkeepers in 2010 zijn Dale Northway (hoofdgreenkeeper) en Paul Willoughby. De lustrumcommissie – tevens golfweekcommissie – bestaat uit Marieke Koers, Gerard den Baas, Juul Frericks, Yvo Heiligers, Maaike Hilbrand, Reinoud Kroese, Abbe van Osnabrugge, Lucy Prijs, Wilma Steverink en Lot Wout.

aoc logo 75
Het logo ontworpen door Lucy Prijs voor het lustrumjaar 2010: het 75-jarige bestaan van de baan en 20-jarige bestaan van de club Amsterdam Old Course.

Het eerste Nederlandstalige golfwoordenboek

Begin 2010 verschijnt het eerste Nederlandstalige golfwoordenboek: het Van Dale Golfsport-woordenboek. De baan van AOC en veel andere Nederlandse banen ligt deze winter wekenlang onder een pak sneeuw. Op de winterdagen voorzien de caddiemasters de muren van de kleedkamers van een fris verfje en de bestuurskamer wordt opgeknapt. Intussen vordert de renovatie van het parkeerterrein. Voor het eerst komen er ook lantaarnpalen op de parkeerplaats en omdat sommige oudere leden moeite hebben met het zware grind komt er ook een betegeld pad naar de voordeur.

088 via minck winter 2010 2011 (2).JPG
De zoon van Minck Vos in de sneeuw. 

Shanky

Er worden in het voorjaar “banden aangeknoopt” met de net opgerichte Amsterdamse studentengolfvereniging Shanky. De studenten nemen lessen en spelen met korting op de baan.

Hole-in-one (met driver)

Dumm Smit maakt dit seizoen zijn eerste hole-in-one, maar eerst slaat hij op donderdag 18 maart een meeuw uit de lucht. Die overleeft het na “EHBO door de greenkeepers”, aldus een verslag in de nieuwsbrief:

“De greenkeepers claimen dat de meeuw nog een bedankrondje heeft gedraaid.”

Op zondag 28 maart maakt Dumm op hole 5 (nu hole 7) met zijn driver een hole-in-one. In de nieuwsbrief staat een verslag:

“Dumm speelde een Q kaart en had net twee strepen gemaakt. Op de par-3 vijfde pakte hij zijn driver. [Zijn vrouw] Ilse ziet het en denkt ‘hij gaat er eindelijk voor’. Met zijn driver sloeg Dumm op de green, zo’n 20 cm van de pin. De bal aarzelde even en stuiterde toen in de hole. Op hole 3 liepen Fabrice en Michel Post en die zagen Ilse en Dumm met hun armen staan juichen. Dumm is nu opgenomen in de Bols Hole-in One lijst.”

dumm hole in one SDC10341 2010.jpg
Dumm Smit viert zijn hole-in-one op de huidige zevende.

Jaarkaart

Net als in 2009 kan men in 2010 op AOC ook spelen met een eenmalige jaarkaart: “Deze jaarkaart geldt, zoals de naam als zegt, voor één jaar en kan niet verlengd worden”, meldt het bestuur:

“De kaart kan men zien als een mogelijkheid om met de AOC kennis te maken. Of bijvoorbeeld om een jaar te spelen voor mensen die in het buitenland wonen en hier tijdelijk zijn. De jaarkaart geeft recht op deelname aan de DAI maar niet aan clubwedstrijden. Ook is er geen NGF-lidmaatschap en handicapregistratie aan verbonden. Dat laatste is wel mogelijk via de AOC, maar dan tegen extra betaling. Het speelrecht voor een jaar is 705 euro. Een jaarkaart kan maar één keer worden aangeschaft.”

John Brodie treedt in 2010 terug als baancommissaris “omdat er tussen hem en het bestuur verschillen van inzicht bestaan over de wijze waarop de taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de baan geregeld moeten worden”, aldus secretaris Marie-José Grotenhuis in de nieuwsbrief.

“In een gesprek met John Brodie heeft het bestuur zijn waardering uitgesproken voor al het werk dat John de afgelopen jaren aan de baan heeft gedaan.”

Ledenenquête

Het bestuur houdt in 2010 een enquête onder de leden en 55 van hen  vullen de vragenlijst in. De rechterkant van de range krijgt zoals in 2009 al aangekondigd een nieuw net: 12 meter hoog en 125 meter lang. Dat komt een paar meter links te staan van het oude, te verwijderen net (hek), omdat de zes lange masten tot 3,5 meter diep goede grip moeten hebben in stevige grond. Dat is mogelijk, omdat een paar jaar geleden de veengrond tot op vier meter diepte vervangen werd door aarde. De masten kunnen niet te dicht langs de sloot geïnstalleerd worden, want dan zakken ze weg in de slappe veengrond. Bovendien grijpen de takken dan binnen de kortste keren hun kans.

Teamspirit

AOC doet weer met negen teams mee aan de competitie. Voor de samenstelling van teams is gekeken naar de bruto scores tegen par in gemarkeerde wedstrijden van 2009, de prestaties van spelers in de competitie van 2009, het advies van pro Sam Strumphler en de actieve handicap.

“Daarnaast is de competitiecommissie van mening dat de sterkst mogelijke competitieteams niet alleen bestaan uit de beste golfers maar ook beschikken over een juiste teamspirit.”

De commissie bestaat uit Otto-Jan van Donk, Femke Kooistra en Jos Roosjen. Anders dan anders is de samenstelling van de teams voor 1 januari 2010 al bekend.

Dames 1 bestaat uit Maaike Hilbrand, Fransje Bijnen, Femke Kooistra, Cathelijne Verhees, Marieke Koers en Erika Keglovich. Dames 1 speelt derde klasse in 2010 en wordt kampioen. Op 30 mei volgt een promotiewedstrijd en die wordt gewonnen met 14-4. Dames 1 keert zo terug in de eerste klasse, de een na hoogste klasse in Nederland. Eerder resideerde het team daar al twee jaar.

IMG_8350.jpg
Dames 1 in 2010.
Geschiedenisclub20052010_doc_m594334d1
Dames Senioren 1 in 2010.

Ook het eerste dames seniorenteam (open competitie op donderdag) wordt in 2010 kampioen. De dames promoveren automatisch (zonder dat een promotiewedstrijd gespeeld hoeft te worden) naar de vierde klasse. Dit team wordt gevormd door Anka Raaijen, Jos Roosjen, Irene Vroom, Betje van Everdingen, Marion van Walbeek, Joos Hilbrand, Marie-José Grotenhuis, Marie Christine Lewis en Jeanne Nebig (reserve).

Dames 2 (open competitie op dinsdag) verliest twee keer en wint twee keer. Het team bestaat in 2010 uit Marry Berkhout, Caroline Klein, Charlotte Wout, Tessa Wiegerinck, Abbe van Osnabrugge, Pia Esders, Titia van Erven Dorens, Nicole Voorhuis en Tita de Vries. Sabine Borggreve, Kristel Nijssen, Mechteld Muntz, Chagall Kersten en Veronique Fehmers zijn reserves.

Broederstrijd

Heren 1 (tweede klasse) bestaat in 2010 uit Floris Berkhout, Otto Jan van Donk, Minck Vos, Sjors de Bie, Maarten Hendriks en Chris Veldkamp. Het team handhaaft zich in de tweede klasse en dat gaat ten koste van Heren 1 van de Amsterdamse Golf Club. In de krant GOLF Weekly verschijnt een artikel over de derby tussen AOC en AGC met de kop “Amsterdam verslaat Amsterdam”:

“Zondag 1 mei was de dag dat FC Twente heel Amsterdam in rouw dompelde [Twente won de voetbalcompetitie]. Héél Amsterdam? Nee, op een golfbaan ten zuid-oosten van de hoofdstad vond een broederstrijd plaats die voor even de voetbalbesognes deed vergeten. De derby op De Hoge Dijk in Abcoude ging tussen de Heren 1-teams van ‘de nieuwe Amsterdamse’ (Amsterdamse Golf Club) en ‘de oude Amsterdamse’ (Amsterdam Old Course). AGC (1934) speelde tot ongeveer 1990 op de baan bij de Amsterdamse Arena. Die werd gehalveerd van achttien naar negen holes. Sindsdien speelt AGC op een 18-holes baan in Halfweg en bespeelt de Amsterdam Old Course (1990) de 9-holes baan bij de Arena.

Het was niet alleen een derby tussen twee clubs die vrienden en concurrenten zijn. Het was ook nog eens een degradatieduel. Bij de lunch had AOC een nipte voorsprong op AGC: 4-2. In de middag, onder erbarmelijke omstandigheden, werden alle singles beslist op hole 15 of later. Drie partijen gingen naar de achttiende, waar op water stuiterende ballen en gruwelijke 4-putts het resultaat in het voordeel van AOC beslechten.

Met 12-6 won de 9-holes club ‘El Classico’ en daarmee is de degradatie van AGC nabij. Alleen een wonder op de slotdag kan nog voorkomen dat de 18-holes club voor het eerst in de geschiedenis lager speelt dan het 9-holes tellende broertje. ‘Het muurbloempje onder de Utrechtboog is zijn grote broer sportief gepasseerd’, zegt AOC-captain Maarten Hendriks. ‘De Mokumse Ryder Cup van 2009 was al een eerste signaal van deze aanstaande kentering. Als eerbetoon hiervoor zou het retourneren van de biljarttafel niet misstaan!’ Hendriks doelt op het biljart dat AGC destijds meenam en op een tweejaarlijkse duel tussen de twee clubs tegelijk met de echte Ryder Cup. AOC won de eerste editie van de Mokumse Ryder Cup met één punt verschil. Van 1 tot 3 oktober 2010 staat de 2010-editie op de kalender.”

Op 18 april is Heren 1 gastheer. Het team zit in een poule met teams waarvan de spelers allemaal hcp 0 tot 5 hebben (behalve AOC zelf), maar ook bij deze spelers gaat wel eens wat mis. Een speler van Purmerend weet de bal vanaf 150 meter van green 9 in het rieten dak van het clubhuis te slaan.

bal in dak IMG00021-2010 april 18-1706.jpg
Fout course management: een bal in het dak.

Heren 2 bestaat uit Bart Borggreve, Rob Gooijer, Pieter Rietbergen, Michel Post, Eelco van Kleffens, Fabrice Delhaise, Chris de Ruyter en Maarten de Gier. Ook Heren 2 handhaaft zich.

Heren 3 bestaat uit Peter de Lange, Bas Nielen, Kees Binnenkade, Jan Kees Mons, Rene Van Liemt, Simon van Slobbe, Jan Tiedo Huese en Beer Flik. Heren 4 wordt gevormd door Rien Hagen, Rutger van Vliet, Bert Funke, Frits van Gelder, Michiel Rouppe van der Voort, Maurits Caranza, Jan Rube, Guy Weijer, Folpmer Houwert en de reserves Bob Bartelds en Erik van Heeswijk.

Heren senioren 1 (vrijdag open competitie) bestaat uit Joost Timmermans, Henk Tuin, Fred Laumans, 4 Hans van Walbeek, Pieter van Essen, Rob Sträter, Jan Carel van Dorp en Guus Annokkee. En Heren senioren 2 wordt gevormd door Louis Hissink, Jaap den Hollander, Kees van Es, Oswald Royaards, Jip Molenaar en Gerard Kist.

Clubs van de Amsterdamsche Golf Baan

In 2010 vindt de pro Peter Ackerley, werkzaam op Amstelborgh, op het Waterlooplein een tas met oude golfclubs. Hij verzamelt oude clubs en vindt in de gekochte tas tot zijn verrassing nog een canvastasje. Daarin zitten clubs met op de koppen de opdruk “Amsterdamsche Golf Baan”, “Made in Scotland” en “True Temper”. Hij verkoopt ze voor een zacht prijsje door aan AOC. Ackerley zal een jaar later, in 2011, overlijden.

IMG_3676
De Amsterdamsche clubs van het Waterlooplein

Slecht nieuws aflevering zoveel

In 2010 wordt bekend dat AOC weer een deel van het terrein gaat verliezen omdat Prorail het voornemen heeft de verbinding Amsterdam-Amersfoort te verbreden. Het gaat ditmaal om een spoorverdubbeling van het spoor rechts van de par-3 zevende.

Hierom moet hole 7, de lange par 3 vlakbij het Duivendrechtstation, verdwijnen. Verzet zal tot vertraging leiden, maar daar kiest de club niet voor. Hole 7, volgens velen overigens de slechtste hole van de baan, zal volgens de eerste berichten ongeveer april 2011 komen te vervallen. Later wordt de datum “tweede kwartaal 2010” genoemd.

Prorail benadert AOC met het nieuws en als teken van goodwill heeft Prorail golfbaanarchitect Alan Rijks gevraagd een paar oplossingen te bedenken voor een par 3 elders op het terrein, waarbij de A-status behouden blijft. De A-status is overigens niet in het geding, omdat de baan na de renovatie van 2005-2006 lang genoeg is. ProRail is op basis van een offerte voor een van deze par 3-plannen bereid 75.000 euro te betalen aan AOC ter bestrijding van de kosten die gemaakt moeten.

Protest

Het bestuur hoopt in de druk bezochte voorjaars-alv steun te krijgen van de leden voor een van Alan Rijks’ opties – een upgrade van de reservehole, ook wel hole 5A genoemd – maar dat mislukt. Leden eisen inzage in de andere plannen voor een par 3 die Alan Rijks heeft bedacht en ze willen de mogelijkheid krijgen zelf alternatieve plannen voor te leggen.

Er volgt een druk bezochte buitengewone ledenvergadering waarin gestemd wordt voor een upgrade van de reservehole (optie C, van Alan Rijks), een par 3 in het verlengde van de par-4 derde hole (optie F, een plan dat daags voor de alv is ingeleverd bij het bestuur) en een par 3 waarbij men afslaat van de dijk waarop hole 8 ligt (optie E, een plan van enkele spelers van Heren 1).

Er is veel verzet tegen optie C omdat er dan twee par 3’s achter elkaar komen te liggen. Er is ook veel verzet tegen optie E omdat deze hole kruist met de par-5 tweede. Bij een stemming krijgen plan C en E elk zeventig stemmen en plan F negentien stemmen. Na intern bestuursberaad deelt voorzitter Rien Hagen mee dat besloten is de stemming te staken en een tweede buitengewone ledenvergadering uit te schrijven over deze kwestie.

In de loop van 2010 worden alternatieve par-3 holes bedacht. Bestuur en baancommissie wachten met een beslissing totdat er meer gesprekken zijn geweest met Prorail en de NS en totdat er gesproken is met de aannnemer die voor Prorail gaat werken.

75 jaar open

Op woensdag 19 mei 2010 is het precies 75 jaar geleden dat de golfbaan in Duivendrecht is geopend. Op die dag wordt een eerste lustrumwedstrijd gehouden: “Hou(d)t van goud”, een 9-holes wedstrijd waarbij met allerlei materiaal moet worden gespeeld, ook clubs van vroeger.

Lustrumreceptie

De lustrumweek en golfweek begint op 3 juli met een receptie voor oud-leden, oud-pro’s, oud-voorzitters, leden en genodigden.

2010 vlasta 4770912422_b3c3289a3c_b
Vlasta Kupsch, Lien Jonker en Margot Fehmers bij de lustrumreceptie in 2010.

Het bestuur van de AGC schenkt een lijst met een foto aan AOC. Het bijschrift klopt niet, want het is geen foto van de voormalige twaalfde hole maar van de voormalige vijfde hole, genomen van de voormalige vijfde en veertiende tee.

2009 foto schilderij geschenk agc
De overhandiging van een foto tijdens de lustrumviering. Vlnr: secretaris Marie-José Grotenhuis, voorzitter Rien Hagen en AGC-voorzitter K.J. Leeflang.

In de krant GOLF Weekly verschijnt op 8 juli een artikel over het jubileum van AOC. De introductietekst luidt: “Op kleine afstand van het Rembrandtplein, in de schaduw van de Amsterdam ArenA, ligt de Amsterdam Old Course. De club viert dit jaar haar 20-jarig jubileum en de baan van AOC bestaat al 75 jaar.” De verslaggever schrijft onder meer:

“Het eerste dat opvalt bij aankomst op de Amsterdam Old Course is het contrast tussen de stad en de natuur. De baan ligt aan de rand van Amsterdam. Ingesloten tussen de ArenA, station Duivendrecht en de A2. Van dit alles is weinig te merken in de baan. ‘Behalve als je putt valt, en er wordt tegelijkertijd gescoord in de ArenA. Dan weet je niet wat je meemaakt’, zegt AOC-voorzitter Rien Hagen zichtbaar geamuseerd. ‘Verder hoor je hier nauwelijks iets.’

Niet alleen qua geluid, maar ook qua omgeving zou je niet zeggen dat je je op een steenworp afstand van hartje Amsterdam bevindt. Bij binnenkomst in het karakteristieke clubhuis waan je je in een andere tijd. (…) Dat de grond van de NS is, heeft in de loop der jaren voor flink wat veranderingen gezorgd. Geen baan in Nederland is zo vaak aangepast als die van de AOC. Van de originele achttien holes uit 1935, ontworpen door het beroemde architectenbureau Colt, Alison en Morrison, zijn er nog vijf over.

In 2000 werd begonnen met de bouw van de Utrechtboog, de spoorwegverbinding tussen Utrecht en Schiphol die dwars over de baan heen loopt. (…) De baan werd korter, maar de boog geeft de baan een bijzondere uitstraling. ‘We zijn de enige baan ter wereld met een spoorboog eroverheen, dat is uniek’, zegt de voorzitter. ‘De baan is echt een stadsbaan met de boog en de ArenA op de achtergrond. Door de bomen en de natuur heeft het ook iets weg van een parkbaan (…). De waterpartijen in de baan zorgen, in combinatie met de smalle fairways, voor een aantal lastige holes. Mensen denken vaak dat het een makkelijk 9-holes baantje is, maar het is heel moeilijk om hier je handicap te spelen.’

Het contrast tussen de stad en de natuur zorgt voor mooie uitzichten in de baan. Op een aantal holes speel je langs de spoorboog, en moet je uitkijken om niet een van de betonnen pilaren te raken. Op hole 2, 8 en 9 speel je richting de ArenA, die ver boven de bomen uittorent. Toch is er veel ruimte voor de natuur in de baan: ruim 38 vogelsoorten, een aantal vossen, en zoveel konijnen dat ze zelfs overlast veroorzaken.”

2010 Geschiedenisclub20052010_doc_m705ee2d6

Secretaris Marie-José Grotenhuis vertelt in het artikel over de club en tradities:

“’Met ongeveer 475 leden is AOC geen grote club, en dat heeft zijn voordelen. We hebben geen starttijden. Als je binnenkomt kan je altijd spelen, dat is uniek in de regio.

Amsterdam Old Course doet haar naam ook op het gebied van tradities eer aan:

‘We zijn een echte vereniging, bijna sociëteitachtig. We zijn serieus met het spel bezig en we hechten aan de golfetiquette, maar het moet wel gezellig blijven. De architectuur en inrichting van het clubhuis zijn zo dat het makkelijk is om met andere mensen in contact te komen, dat heeft architect Warners goed gedaan. Ons ledenbestand is heel divers, Amsterdam is een bonte stad met veel verschillende mensen, en dat zie je terug bij onze leden. We bewaren de tradities van golf, maar we zijn wel open en creatief. Vooral tijdens onze bijzondere golfweken blijkt dat er veel creativiteit in onze leden zit.’ Ondanks dat de Amsterdam Old Course een besloten vereniging is, is er elk jaar ruimte voor het aannemen van nieuwe leden.’”

Swinging Safari

Het thema van de Golfweek in 2010 is “Swinging Safari”, een link naar het WK voetbal in Zuid-Afrika dat deze zomer wordt gespeeld en waarin het Nederlands elftal tweede wordt. In de baan staan Zuid-Afrikaanse dieren en er hangen overal borden met Zuid-Afrikaanse teksten. Twee golfjournalisten uit Zuid-Afrika, die op reis naar het Brits Open toevallig de Amsterdam Old Course aandoen, snappen er niets van … De greenkeepers maaien één keer in de Golfweek volledig in vermomming, verstopt in een olifantenpak met slurf en in een leeuwenkostuum.

2010 img_3368 golfweek2010
Deelnemers aan de Golfweek 2010.

De kersenbokaal

De heren senioren hebben veel oude tradities. De kersenbokaal is er een van. Elk jaar als de kersen in zijn boomgaard in Zuid-Limburg rijp zijn, looft Wiel Broex voor de deelnemende heren senioren op de laatste woensdag van juni een glazen bokaal vol met kersen uit voor de winnaar.

Winnaar in 2010 wordt Jip Molenaar en hij neemt een vorstelijke hoeveelheid kersen in ontvangst. Folpmer Houwert in de nieuwsbrief van AOC:

“Wiel Broex is zo gul dat iedere deelnemer een zakje gevuld met dit fruit meekrijgt, want kersen zijn goed tegen spier- en gewrichtsontstekingen …”

2010 kersenbokaal wiel_met_jip[1]
Wiel Broex en Jip Molenaar met de Kersenbokaal.

De heren senioren heroveren in 2010 ook “de Duif”. In 1991 wordt voor het eerst om deze Duif gespeeld, die de trofee vormt van een uitwisselingswedstrijd tussen AGC en AOC. (Meer over de Duif bij 1991.)

Kampioenen

Floris Berkhout en Maaike Hilbrand winnen de strokeplay-kampioenschappen van 2010. Maaike Hilbrand wint ook het matchplay-kampioenschap, bij de heren is dit Sjors de Bie.

Maaike wint voor het derde jaar op rij het clubkampioenschap mixed foursomes maar ditmaal met Jeroen Hüpscher. De twee keer daarvoor was Maarten Hendriks haar partner.

De Kupsch Coupe (dames foursomes strokeplay) wordt in 2010 gewonnen door Erika Keglovich en Caroline Klein, de Jonker Beker (heren foursomes) door Otto-Jan van Donk en John Brodie.

Ilse Smit en John Brodie winnen in 2010 voor de vierde keer op rij het clubkampioenschap matchplay voor senioren, dat sinds 2007 bestaat. Beiden winnen dit jaar ook het clubkampioenschap strokeplay voor senioren. Dit bestaat sinds 2008 voor heren senioren en sinds 2009 voor dames senioren.

Er is dit jaar nog een gedrukt wedstrijdprogramma, Dat verdwijnt in de toekomst, het wedstrijdprogramma en -reglement staat vanaf dan op de website van de club.

AOC-OLC

Bij de damesdag op 12 augustus spelen AOC-dames thuis voor het eerst een uitwisselingswedstrijd met dames van de Old Course Loenen. Loenen wint de wisselbeker. In september bezoeken de AOC-dames de baan in Loenen. Er komt ook een uitwisseling tussen de heren senioren van AOC en die van Loenen.

uitwisseling damesdag aoc loenen 2010 b
De uitwisselingswedstrijd met dames van de Old Course Loenen.

Overleden

Op 16 augustus overlijdt Jeanette de Jongh-Buikema op 99-jarige leeftijd. Vermoedelijk speelde De Jongh sinds 1961 op de baan in Duivendrecht. In de nieuwsbrief verschijnt een In memoriam:

Otto Dorsman, zelf 96, herinnert zich haar als een stralende blonde vrouw met een parmantige manier van lopen, kaarsrecht. Ze was heel koket, welbespraakt, bijdehand en onvermoeibaar tot op hoge leeftijd.

Volgens de heer Dorsman heeft zij met haar echtgenoot in Indië gewoond waar haar man voor Philips werkzaam was. (…) Haar dochter Machteld Habers-de Jongh schreef ons dat met haar overlijden “een eind is gekomen aan een jarenlang lidmaatschap van de AGC en later de AOC. Tot het laatst heeft de golf een belangrijke plaats in haar leven ingenomen. Toen spelen niet meer mogelijk was, genoot ze van de ambiance op het terras. De Nieuwsbrief hebben we, toen haar eigen ogen het af lieten weten, altijd voorgelezen.

Nog een paar maanden geleden zat mevrouw De Jongh samen met haar dochter op het terras, genietend van een glas wijn en een lichte lunch en kijkend naar het spel van anderen.

Overstroming

Door hevige regenval in de laatste week van augustus overstroomt de baan op twee plaatsen, bij de pomp achter hole 1 en bij hole 7 (de par 3 rechts van de huidige achtste hole). De baan verandert in een complex van vijvers. Tot en met 4 september kan er niet gespeeld worden.

RENOIR
AOC overstroomd.
RENOIR
AOC overstroomd.

Battle of the sexes

Als onderdeel van de lustrumviering is er dit jaar ook een wedstrijd tussen mannen en vrouwen. Deelname wordt aangemoedigd via een fraaie poster van Lucy Prijs.

Hoofdstuk 7 Geschiedenis club 2005 2010_doc_4905a522

Topgreenkeepers

In de nieuwsbrief van AOC worden de twee Engelse greenkeepers van AOC geportretteerd. Hoofdgreenkeeper Dale Northway vertelt:

“Ik was elf toen ik begon te golfen. Een passie was geboren en ik wilde niets liever dan een baan in de golfwereld. Nu ben ik 36 en beleef ik nog steeds lol aan het spel. Het is ook mijn werk geworden. Ik vind het een uitdagging om de baan te prepareren en te onderhouden. Met een handicap 9 heb je de neiging de baan zo te maken dat hij uitdagend is en zoals je hem zelf graag zou spelen. Na mijn studie op het Sparsholt College of Agriculture in 1996 en het daar behaalde BTEC National Diploma in Greenkeeping, begon ik als assistent greenkeeper bij de Canford Magna Golf Club in Dorset. Vier jaar lang leerde ik onder deskundige leiding het werk in de praktijk. In die periode onderhield ik een baan met 36 holes en was ik een lid van een team dat bouwde aan een 9-holes golfbaan met USGA-specificaties, green, tees, bunkers en het ontwerpen van fairways. Mijn volgende baan was senior assistent greenkeeper bij de prestigieuze London Club. Ook daar leerde ik veel door de hoge eisen die de club stelde. Alle kennis en ervaring kwam te pas toen ik als hoofdgreenkeeper bij Queens Park Golf Club aan de slag ging. Ik heb daar ook een aantal jaren gespeeld als een juniorlid. Ik ben een aantal jaren gestopt met greenkeepen en werkte in andere landschappelijke projecten in Engeland. In Nederland ben ik weer als greenkeeper aan het werk gegaan, en ik ben gelukkig met mijn baan als hoofdgreenkeeper van Amsterdam Old Course. Een baan met een lange geschiedenis en karakter. En ik doe mij best om de baan in de geest van zijn ontwerper Harry Colt te onderhouden en naar een hoger niveau te brengen.”

Northway vertelt ook dat Paul Willoughby als hulpgreenkeeper is gekozen voor de Ryder Cup 2010 in Wales:

“Uitgekozen worden, is een hele eer in een zeer competitieve selectie. Pauls uitstekende werkzaamheden op de Kennemer bij de 2009 KLM Dutch Open, hebben zeer zeker bijgedragen tot zijn uitverkiezing. Zijn bezigheden strekken zich uit in de aanloop van de Cup en tijdens de officiële wedstrijden. Hij krijgt dus de kans golf op het hoogste niveau van dichtbij mee te maken. Paul is een uitstekend golfer en is onlangs toegelaten tot en zal spelen in de UK Jamega Tour for Young Professionals. Hij verheugt zich buitengewoon om zijn huidige helden in actie mee te maken. Van deze uitverkiezing en de ervaring die hij ermee verkrijgt, zal de AOC zeker kunnen profiteren. Paul heeft vijftien jaar ervaring in het onderhoud van golfbanen en maakt sinds september 2009 deel uit van het AOC greenkeepersteam.”

Willoughby vertelt in de nieuwsbrief meer over zijn achtergrond:

“Mijn golfleven begon op mijn dertiende toen ik op een klein pitch&putt course in mijn woonplaats leerde spelen. Al snel raakte ik verslaafd aan het spel en begon ik te spelen op de 18-holes baan Windwhistle Golf Club in de buurt.

Deze club bood mij op mijn vijftiende een baan aan als greenkeeper. Sindsdien heb ik op vele golfbanen in Engeland, België, Sicilië en Nederland gewerkt. Vorig jaar kreeg ik een prachtkans om deel uit te maken van het greenkeeping team dat de zorg had voor de baan van de Kennemer gedurende de KLM Dutch Open. Een fantastische baan en het was een superweek voor mij als greenkeeper.

Mijn toekomstplannen zijn om hier op de AOC baan het onderhoud te blijven doen en daarnaast studeer ik voor mijn hoofdgreenkeepexamens met Dale. En zoals Dale al liet weten, draai ik dit jaar mee in het greenkeepersteam van the Ryder Cup. Op deze uitverkiezing ben ik waanzinnig trots. En nu ben ik in training om mijn golfprestaties op te stuwen zodat ik kan me kwalificeren voor de British Open. Ik ben dit jaar prof geworden en speel in the Jamega Tour.”

Op 5 augustus meldt ook Golf Weekly dat een greenkeeper van AOC het greenkeeperteam tijdens de Ryder Cup in Wales gaat versterken. De kop van het artikel is “Nederlander in Ryder Cup”:

“Er doen dan wel geen Nederlanders mee in het Europese Ryder Cup-team dat van 1 tot 3 oktober strijdt tegen de VS, er zit wel een Nederlandse greenkeeper in het team dat de baan in Wales verzorgt voor en tijdens het toernooi. Dat is Paul Willoughby, assistant-greenkeeper op Amsterdam Old Course. De greenkeeper van het bedrijf Van Kessel is geselecteerd mede op basis van zijn assistentie tijdens het KLM Open van 2009 op de Kennemer. In deze krant zal bericht worden over de ervaringen van Willoughby.”

Liefde voor de green

Vlak voor de Ryder Cup verschijnt in Het Parool een groot artikel over Paul Willoughby, de Amsterdam Old Course en de greenkeeping op de baan. De titel is “Liefde voor de green”. Hieronder volgt het interessante artikel dat Noor Tonkens schreef.

“Het is dinsdagochtend, even over zeven. De Amsterdam Old Course, een groen paradijs verscholen tussen de Amsterdam Arena, station Duivendrecht en bedrijventerrein Overamstel, wordt langzaam wakker. Konijntjes verdwijnen in de dikke mist die over golfbaan hangt, vogels speuren het gras af op zoek naar wormen. In de verte klinkt een opgewekte stem die de reizigers op station Duivendrecht de vertragingen van de ochtend meedeelt.

In een uithoek van het terrein staat een oude keet van de Nederlandse Spoorwegen, een overblijfsel van de aanleg van de Utrechtboog die Schiphol met Utrecht verbindt. De keet is nu het domein van de Engelse greenkeepers van de Old Course, hoofd-greenkeeper Dale Northway (36) en zijn assistent Paul Willoughby (30). Het tweetal is verantwoordelijk voor het onderhoud van de golfbaan en dan vooral het gras.

De negen holes van de Amsterdam Old Course hebben zware weken achter de rug. Eind augustus regende het zo hard en zo veel dat het overtollige water niet van de baan kon worden weggepompt naar de omliggende sloten, omdat die al op het punt van overstromen stonden. Voor het prachtige clubhuis van de Old Course had zich een meer gevormd dat verschillende holes bedekte, de greenkeepers konden er niets tegen beginnen. Het water is inmiddels weg, maar het gras kon zó lang niet gemaaid worden dat de baan op veel plekken in een staat van anarchie verkeert. En dat is een zeldzaamheid op een golfbaan, waar gras tot op de millimeter nauwkeurig wordt gemaaid.

Deze week kunnen de greenkeepers eindelijk beginnen met het herstellen van de orde. Alle onderdelen van de golfbaan hebben hun eigen graslengte. Op de Old Course wordt in deze tijd van het jaar de green – het stuk rondom de hole waar de bal uiteindelijk in moet – momenteel op vijf millimeter gehouden, de apron – de ring om de green – en de tee – de afslagplaats – op twaalf millimeter en de fairway – het stuk tussen de tee en de green – op vijftien millimeter.

Er is werk te over vandaag, maar voordat het wagenpark wordt uitgerold, is het tijd voor thee. Willoughby: “Echte Engelse thee. Meegenomen uit Engeland.” Zo sterk mogelijk, met melk en suiker. Terwijl hij wacht tot het water gekookt heeft, oefent Willoughby voor de deur van de keet zijn golfswing. Hij wil het gaan proberen als golfprofessional en heeft eigenlijk maar één doel, het spelen van de British Open. “Ik heb nog zo’n dertig jaar om dat doel te bereiken. Het moet een keer lukken.”

Hij droomt van een bestaan als golfer, maar Willoughby heeft zijn hart verpand aan de kunst van het greenkeepen. Op zijn vijftiende moest hij, zoals in Engeland gebruikelijk is, twee weken stage lopen. Hij was net begonnen met golfen en klopte daarom voor een baantje maar aan bij de golfbaan in zijn geboorteplaats Chard in Somerset, in het zuidwesten van Engeland. “Ik werd bij de greenkeepers gestald en na twee dagen was ik verkocht.” Hij volgde een greenkeeping-opleiding aan een tuinbouwcollege dat hem de kwalificatie assistent heeft opgeleverd. Binnenkort begint hij aan de vervolgopleiding, zodat het woordje ‘assistent’ op de mouw van zijn polo straks door ‘hoofd’ kan worden vervangen.

Tijdens de Ryder Cup, het meest prestigieuze toernooi ter wereld, moet Willoughby al om vier uur zijn bed uit. Voordat de eerste golfers de baan op komen voor hun oefenronde moeten de greens twee keer zijn gemaaid. Maar ook in Wales wordt met het werk pas begonnen als iedereen een kop thee heeft gehad.

Voor de clash tussen de beste golfers van Europa en Amerika zijn circa honderd greenkeepers aanwezig. Voor de greenkeepers die van buiten komen, is het een erebaantje. Ze doen het voor niks, moeten er vakantiedagen voor opnemen en betalen zelf hun reis. Hoe Willoughby ertussen is gekomen? “Ik werkte vorig jaar als greenkeeper bij de Dutch Open op de Kennemer golfbaan en in het promodorp was een stand van de Ryder Cup. Daar ben ik naar binnen gelopen en heb ik de contactinformatie van de hoofdgreenkeeper van Celtic Manor weten te versieren. Daarna heb ik hem net zo lang lastiggevallen totdat ik erbij zat.”

Het is nog donker als de koplampen van de grasmaaier van Willoughby in de mist opdoemen bij de tee van de eerste hole voor het clubhuis. De greens van de Old Course worden twee keer per week voorzichtig gemaaid. Willoughby begint met een kaarsrechte baan over het midden van de green en plakt in tegengestelde richting de volgende baan er precies tegenaan. Het levert een mooi patroon op van verschillende tinten groen. Telkens als hij bij de rand van de green komt, trekt hij met een hendeltje de messen omhoog. De buitenste ring van de green maait hij als laatste, strak langs de rand.

In de zomer wordt het gras op de greens op vier millimeter gehouden. Hoe korter het gras, hoe gladder en sneller de green. In de winter gaat de green naar zes millimeter, zodat het gras iets beter opgewassen is tegen de kou en minder vatbaar is voor ziektes, die in de natte maanden de kop op steken. De snelheid van de green wordt gemeten met een ‘stimpmeter’, een metalen sleuf waarop een golfballetje wordt gelegd. Met het ene uiteinde op de grond, tilt Willoughby het andere eind voorzichtig omhoog tot het balletje begint te rollen. De snelheid van de green wordt bepaald door de afstand die de bal over de green aflegt totdat hij tot stilstand is gekomen. Op de grote toernooien, zoals de Ryder Cup, ligt de snelheid van de greens tussen de elf en veertien Engelse voet. Op de Old Course komen we vandaag uit op een gemiddelde van negen, best pittig voor de gemiddelde golfer.

Eenmaal gemaaid, ziet de green er perfect uit, maar Willoughby is nog niet klaar. Hij pakt zijn favoriete stuk gereedschap, de ‘switchstick’: een metalen buis waar een een kunststofdraad uitkomt. Al zwiepend worden oneffenheden weggewerkt, bladeren geveegd, wormhoopjes geëgaliseerd en het vocht verdeeld. “In Nederland zie je ze niet veel, maar als je in Engeland een green niet afwerkt met een switchstick, kijken ze je aan alsof je gek bent.”

Op de dagen dat de greens niet worden gemaaid, moeten ze wel worden geprepareerd. Dan loopt Willoughby met een drie meter brede bezem cirkels van buiten naar binnen om de dauw te verspreiden en bladeren en takjes te verwijderen.

Indien nodig gaat hij achtergebleven bladeren en takjes nog met een blower achterna. Ondertussen luistert hij op zijn iPod naar muziek, een luisterboek of zijn Nederlandse les.
Om het gras in de beste conditie te houden, wordt de green elke week vanuit een andere hoek gemaaid. Op die manier krijgt het gras de meeste ruimte om optimaal te groeien en voller te worden. Op de topgolfbanen van de wereld wordt dat minutieus gedaan, elke keer schuift de hoek een paar graden op. Het gebied rondom de hole krijgt het meeste verkeer van de golfers.

Om te voorkomen dat het gras onder de drukte bezwijkt, wordt de hole twee keer per week verplaatst. De greenkeepers bepalen waar de hole heen gaat en daarmee ook de moeilijkheidsgraad. De oude hole wordt opgevuld met het stuk grond en gras dat is verwijderd om de nieuwe hole te maken.

Rond negen uur verschijnen de eerste golfers op de baan. Ze slaan af voor het clubhuis en kijken hun bal zo ver mogelijk na totdat die in de mist verdwijnt. Het lijkt een onmogelijke dag om een goede ronde te lopen. Willoughby: “Mijn beste rondje golf was in de mist op de eerste baan waar ik werkte. Ik wist waar elke hindernis en elke hobbel zat. Je kon niet zien waar de bal terechtkwam, maar ik won die wedstrijd.”

Als de green is gedaan, haalt Willoughby met de grootst mogelijke zorg een hark door de bunker die ernaast ligt. De oorsprong van de bunker ligt bij de eerste golfbanen toen de greenkeeping nog door schapen werd verzorgd, vertelt Willoughby. Om te schuilen voor de wind verzamelden de schapen zich meestal op een wat lager gelegen plek waar het gras al gauw verdween en zo een zanderig gat ontstond dat daardoor een obstakel vormde voor de golfers. Tegenwoordig worden bunkers aangelegd.

“Het was oorspronkelijk een natuurlijk element. Maar ze waren zo hobbelig dat het een hele klus was om je bal eruit te krijgen. Tegenwoordig worden bunkers zo netjes geharkt dat een goede golfer er makkelijk uitkomt met een beetje backspin.” Als de bunker er netjes uitziet, legt Willoughby de hark netjes in het midden neer, met de steel in de richting van de green. In die details herken je de liefde van een echte greenkeeper, verzekert Willoughby.

Op de Old Course hebben de greenkeepers altijd voorrang. Als zij op een hole aan het werk zijn, moeten de golfers even wachten. Dat gebeurt niet altijd, zeker niet op een dag als vandaag wanneer de mist het zicht belemmert. “Ik heb één keer een bal op mijn achterhoofd gehad,” zegt Willoughby, “maar die bal had eerst op de grond gestuiterd, waardoor de snelheid eruit was. Gelukkig maar, anders had ik het niet overleefd. Ik ken wel een verhaal van een andere greenkeeper die een bunker stond te harken en niet was opgemerkt door een golfer die afsloeg. Hij werd geraakt op zijn hoofd, raakte bewusteloos en werd twee uur later wakker. Die golfer was doorgelopen, maar ik kan me niet voorstellen dat hij die man niet heeft zien liggen.”

Een van de greens wordt bedreigd door de wortels van een nabij gelegen boom, die moeten eruit. “Dit is best eng,” zegt Willoughby, als hij met een schop twee rechthoeken afsteekt en twee blokken uit de smetteloze green tilt. “Maar het mooie van gras is dat het altijd terug groeit. Over een week of twee zie je hier niks meer van.”

Hij volgt de wortels en trekt ze uit de grond tot op veilige afstand van de green. Dan plaatst hij de plaggen met de grootst mogelijk zorg terug en stampt ze aan totdat ze er weer perfect in liggen. Ze moeten precies op gelijke hoogte komen met de rest van de green; als het stukje al een paar millimeter hoger ligt en de grasmaaier eroverheen gaat, wordt het gras te kort en gaat het dood.

Als het naar zijn zin is, gooit hij er een mengsel van zand en aarde overheen om eventuele gaatjes te vullen en maakt hij met een paar zwiepen van de switchstick het zaakje egaal. Van de ravage van een paar minuten geleden is nauwelijks meer iets te zien.

De golfers van net zijn in de mist verdwenen, maar het lijkt een tweede natuur voor Willoughby te zijn om geregeld over zijn schouder te kijken of er geen golfers in de buurt zijn die hem met hun bal kunnen raken. Geduldig werkt hij alle greens af, de geur van versgemaaid gras vult de lucht. “Ik ruik het niet meer, dat raak je op een gegeven moment kwijt.”

Het wagenpark van de greenkeepers is indrukwekkend en biedt een brede selectie grotere en kleinere rijdende maaimachines. Toch maait Willoughby de greens het liefs met de hand. Dat wil zeggen, lopend achter een ‘ouderwetse’ grasmaaier. “Dit is een van de weinige banen in Nederland waar nog met de hand wordt gemaaid. Ik ben daar trots op, het resultaat is ook het beste. Greens zijn je kindjes. Als je er niet zo tegenaan kijkt, word je nooit een goede greenkeeper.”

Hole vier heeft last van een heksenkring. Donkere ringen breiden zich langzaam uit over de green. In de ringen zit een stof die de grond bijzonder vruchtbaar maakt voor paddenstoelen. De diagnose valt mee, het gaat om een mild, oppervlakkig geval met een paar paddenstoeltjes. De ringen zullen zich uiteindelijk zo ver uitbreiden dat ze groter worden dan de green en geen bedreiging meer vormen. Als de ziekte dieper zou zitten, zou de grond tot een meter onder de green verwijderd moeten worden.

De vierde green is sowieso een probleemgeval. Aan de rand zit een konijnenhol. Konijnen zijn een plaag voor greenkeepers, meer nog dan de vogels die gaten in de greens pikken, op zoek naar wormen. Golfbanen maken vaak gebruik van valkeniers om konijnen te vangen. Anders dan voor mollen mogen de greenkeepers voor konijnen geen vallen zetten. Omdat de Old Course op grond van de Nederlandse Spoorwegen ligt, komt een jager in dienst van de NS regelmatig langs om de konijnenpopulatie terug te dringen. Voorlopig is dat niet nodig, de natuur heeft het zelf opgelost. Bij de overstroming van augustus zijn de meeste konijnen verdronken.

Hoofdgreenkeeper Northway van de Old Course haalde ooit een fret in huis om de konijnen op te jagen, maar deed het beest al gauw weg omdat het te erg stonk. “Ik had hem heel jong gekocht en hij heeft hier op de golfbaan een tijd achter de konijnen aan gezeten. Toen ik hem afleverde bij de opvang, lachten ze. Hij liep niet als een fret, maar hupte als een konijn.”

Toch lijkt een konijn de vierde green te hebben betrokken. In het hol kan niet alleen een balletje verdwijnen, maar golfers die in een konijnenhol stappen kunnen zich ernstig blesseren. Het gangenstelsel erachter maakt de grond erboven bovendien instabiel en de kans op ongelukken nog groter.

Met enige tegenzin inspecteert Willoughby het gat in de grond. Als er een konijn in zit, moet hij daar wat aan doen. Eerst prikt hij erin met de switchstick, dan steekt hij zijn arm naar binnen. Niets. Een meter verderop, net buiten de green, steekt hij zijn schop in het gras, daar zit het hol onder. Dertig centimeter onder de grond komt een bosje lange grassprieten te voorschijn. Een slecht teken, want dat nemen konijnen mee het hol in om hun jongen op te krijgen. Het hol blijkt verder leeg te zijn, totdat Willoughby een made tegenkomt. “Dat betekent dat er waarschijnlijk een dood jong in zit.” Na wat spitten komt hij de overblijfselen tegen. Hij maakt het hol dicht. Probleem opgelost.

De herfst is de saaiste tijd van het jaar in greenkeepen. De dagen zullen vooral bestaan uit bladeren harken. Gaat het niet vervelen, altijd maar diezelfde greens maaien en eindeloze hoeveelheden bladeren harken? Willoughby: “Als je je verveelt of je bent een keer chagrijnig, moet je stoppen en eens goed om je heen kijken. Dan besef je gauw genoeg: dit werk is geweldig.”

Hij heeft nog geen idee welke klussen hem tijdens de Ryder Cup te wachten staan. Hij vindt alles best, als hij maar niet gaten hoeft aan te stampen op de fairway. Daar is geen eer aan te behalen. “Het mooiste zou zijn om ze te zien afslaan van een tee die ik geprepareerd heb of op een green te zien putten die ik gemaaid heb.” Hij lacht. “Als dat gebeurt, huil ik tranen van geluk.”

Mokumsche Ryder Cup 2

Van 1 tot en met 3 oktober wordt de tweede editie van de Mokumsche Ryder Cup gespeeld. De maximale handicap voor deelnemers is 28. In 2008 won AOC de wedstrijd tegen AGC met één punt verschil, in 2010 wint AOC met overmacht: 61-39.

Theo Hilbrandt

In augustus overlijdt Theo Hilbrandt (1 maart 1941 – 24 augustus 2010). In de nieuwsbrief verschijnt een In Memoriam van Wiel Broex:

“(…) In de baan en op het terras heb ik Theo leren kennen als sportman en als persoon. Met zijn ijzers wist hij opvallend veel hoogte te bereiken. Boven de bomen nam zijn bal geregeld de vlucht naar waterpartijen. Daar zat Theo niet mee, want hij was gespecialiseerd in het terugvinden van zijn eigen bal plus en passant nog van enkele andere balletjes.
Toen de spoorboog er lag, vlogen nogal wat van zijn afslagen op hole 3 en 4 bovenop het beton. Groot was zijn plezier als vervolgens zijn balletje soms weer tevoorschijn sprong en een bulderende lach over de baan klonk.

De twijfel over het voorbestaan van de AOC sloeg bij Theo in zijn 20 jarig lidmaatschap ook wel eens toe. Zeker zo rond 2000 toen het terrein van de AOC rijp werd verklaard voor de bouw van kantoortorens. Hij ging zijn solocarrière veilig stellen bij de Houtrak. Maar na een jaar was hij alweer terug: de sfeer in en rond ons clubhuis miste hij te erg.

Ik wedde met pessimisten dat de AOC nog voor zeer lange en onbepaalde tijd zou blijven bestaan. Theo belastte zich als financieel specialist vervolgens met het beheer van het ingelegde geld. Toen de weddenschap gewonnen werd, heeft hij een aquarel aangekocht van een Amstelveense kunstenaar met de voorstelling van een soepel swingende golfer temidden van groen en bomen. Symbolischer kan het haast niet.

Naarmate zijn ziekte toenam, nam zijn betrokkenheid op het wel en wee van de AOC eerder toe dan af. In zijn ogen kon het financieel, organisatorisch, baantechnisch wel wat beter. Zijn waardevolle en goed doordachte suggesties hebben zeer zeker bijgedragen tot hetgeen de club en de baan nu aan kwaliteit bezit. (…)

Zes dagen voor zijn overlijden sleepte hij zich nog met de grootste moeite op woensdagmorgen naar het clubhuis om te horen hoe de strijd om de Pruimentrofee was verlopen. Zijn eigen jarenlange strijd tegen de kanker, wist hij inmiddels zeker, was verloren.”

De lustrumviering in 2010 wordt afgesloten met het “AOC-Lustrum Gala” op 20 november.

Dames 2 op zondag

Eind 2010 wordt bekend dat de opzet van de NGF dames competitie wordt gewijzigd. Clubs kunnen na 2010 zelf bepalen welke damesteams er op zondag aan de competitie deelnemen en welke op dinsdag. De competitiecommissie van AOC schrijft Dames 1 en Dames 2 in voor de competitie op zondag. Dat betekent (op een 9-holes baan) dat er maar drie zondagen over zijn voor mannen en dat een eventueel Heren 4 niet meer op zondag kan spelen. Dames 2 speelde tot nu toe op dinsdag.

Streakers op AOC

Zondag 21 november blijkt de AOC plots het podium voor een groepje streakers. Arend van Bergeijk en Tita de Vries komen rond een uur of twaalf van de achtste hole en zien tot hun verrassing een stuk of acht streakers. Ze komen hollend van achter het paviljoen plots tevoorschijn, rennen op rode sokken en alleen een rode stropdas in hun blootje tot halverwege de negende en draaien dan om en racen terug. Het is prettig koud en één van bloteriken roept luidkeels “oei ik heb sneeuwballen.” Volgens Tita en Arend waren het vermoedelijk studenten die zich bij het paviljoen hadden uitgekleed. Een hele garderobe hing over de railing van het paviljoen. De foto maakte Tita met haar mobiele telefoon.

Hoofdstuk 7 Geschiedenis club 2005 2010_doc_m358dd119
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Jef Kamps in de Golfweek.
OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Gemma van Agt in de Golfweek.

Lees verder > 2011.