1954

Snelweg

Vanaf de 17de eeuw ging de hoofdverbinding van Amsterdam naar Utrecht door Duivendrecht. “Die belangrijke route leidde tot de stedelijke ontwikkeling van het agrarische lint van Duivendrecht”, zo is in 2020 te lezen in planbeschrijvingen van De Nieuwe Kern. De spoorlijn van Amsterdam naar Utrecht werd halverwege de 19de eeuw dwars door de polder aangelegd. En de Rijksweg A2 volgt in 1954.

17 Golfclubs

In 1954 krijgt Nederland er voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog een club bij: de Noord-Nederlandse G&CC. Dit jaar bestaat het NGC (Nederlandse Golf Comité), de voorloper van de NGF, 40 jaar en Nederland telt 17 golfclubs. Bij de oprichting van het NGC waren het er vijf. In het december-nummer van Maandblad Golf staat de Amsterdamse op de cover (foto onder).

1954 dec maandblad golf 16de
“Een fraaie foto van de 16e hole op de Amsterdamse Golfclub waar volgend jaar het Internationaal Amateurkampioenschap zal worden gespeeld.” De hole bestaat niet meer.

Van Dijk en James

Professional Wim van Dijk krijgt in 1954 ondersteuning van de Brit James. Een les bij de pro’s kost in dit jaar 3 gulden per uur of 7,50 gulden voor 18 holes.

Voor het “buffet” wordt het echtpaar Fransen aangetrokken. Als het druk is, helpen de leden een handje mee.

Voorzittersbeker en Consolation Cup

Het wedstrijdprogramma wordt in deze jaren nog op een grote poster gedrukt, iets groter dan A3-formaat. Met als eerste regel:

“Club- en Competitie-wedstrijden op de banen der Amst. Golfclub”

De “competitie” bijvoorbeeld begint is in 1954 op 21 maart: “Amsterdam I-De Dommel I; Den Haag II-Amsterdam II; Hilversum III-Amsterdam III”. En op 28 maart: “Kennemer II-Amsterdam I; Amsterdam II-Noordwijk I; Amsterdam III-Rosendael II”. Het heren scratchteam wordt landskampioen in 1954. Maandblad Golf schrijft daarover in oktober 1954:

“De Amsterdamse Golfclub, die eerst sedert vier jaar deelneemt aan de Heren Scratch Competitie, is er voor de eerste maal in geslaagd na het kampioenschap in afdeling A ook het landskampioenschap te winnen. De eindstrijd tegen de Kennemer G. & C.C. op de Golfclub ‘Toxandria’ werd door de Amsterdammers met 6-3 gewonnen. Proficiat!”

Een foto in Maandblad Golf, november 1954.

Dat de baan bij slecht weer kwetsbaar was, blijkt uit de uitslagen van de afgelopen maanden:

Amsterdamse G.C.-Twentse G.C. 7 1/2 – 1 1/5 (gespeeld op de Utr. G.C. “de Pan”, aangezien terrein A.G.C. niet bespeelbaar was)”

Nog een paar voorbeelden van de wedstrijdkalender. Op 27 mei is de J.R. Koning-beker, op 19 juni de “Caddy wedstrijd” en op 22 augustus de “K.L.M. Beker”: “18 holes stroke play wedstrijd voor die leden van alle Ned. Golf Clubs welke qua werkzaamheden met de vliegerij verbonden zijn”.

1954 caddies voor het clubhuis agc 1954
Caddies in 1954, een groepsfoto voor het clubhuis. Het is niet zeker of deze foto is genomen bij de “Caddy wedstrijd”.
Staande vlnr Willem van Oranje, Engel (Bolle) Keur, Kees Kooyman (alleen hoofd), Joop Meulenbelt, Joop van Meerveld, clubvoorzitter Jacques v/d Voot, Geert Plas, Kees van Vliet, Frans van Gastel, Joop Landman, Hans van Wel, Jaap van Meerveld, Jan Meulenbelt.
Liggend: Harry Dhondt, zoon van de postbode, Tony Griffioen, voor de voorzitter is Wim van Gastel. Voor hem die blonde jongen is niet bekend. Daarvoor Wim Marijnissen, naast W im van Gastel met arm op diens schouders is Kobus Keur, Corrrie Bakker, Jan van Dijk, Ben Vermeulen, bijnaam Ben de Bakker, werkzaam bij “De Hoop” en geheel liggend rechts Kees Verberkt.

In 1954 wordt de Voorzittersbeker door voorzitter J.W. Noorduyn aangeboden. In het Golfweekend van dit jaar stellen bestuur en leden de Consolation Cup, de AGC Sleutel en de Hoofdstad Beker ter beschikking. Over de Consolation Cup schrijft Maandblad Golf:

“Door de heer G.L. Penso, Venezolaans Consul te Amsterdam, was een fraaie zilveren beker beschikbaar gesteld voor een wedstrijd tussen spelers en speelsters met handicap 20 en hoger.”

Op AOC wordt nog steeds gespeeld om de Consolation Cup. Deze beker is uit Engeland komen overwaaien. De bedoeling van de Cup is om spelers die in het hele jaar nog niets hebben gewonnen in de gelegenheid te stellen alsnog een troostprijs te winnen. Hoge handicappers die al een prijs hebben gewonnen mogen aanvankelijk niet meedoen aan deze wedstrijd.

De Consolation Cup.

De Pilotenbeker

Over de KLM Beker, ook de Piloten-beker genoemd, wordt in 1954 geschreven:

“18 holes strokeplay, tussen hier te lande werkzame buitenlandse vliegers, die als gezagvoerders of in een andere functie als leden der bemanning van K.L.M.-passagiersvliegtuigen in vaste dienst zijn en leden van de A.G.C. De vliegers stelden hiervoor beschikbaar een fraaie beker, de ‘Pilot-cup’, met vier zuiver naar het model vervaardigde replica’s. Er waren 33 deelnemers.”

De Pilots Cup of Pilotenbeker wordt een vaste wedstrijd voor KLM-vliegers (en eventueel hun echtgenoten, AGC-leden en gasten van het bestuur). Jef Kamps schrijft jaren (1999) in de Golfweek-krant AOC Handelsblad:

“Er waren veel KLM-vliegers lid en hun gunstige werk- en rusttijdenregeling gaf een levendig baan- en barbeeld.”

In de jaren vijftig of zestig wordt ook de I.P.A. Cup ingevoerd. In het archief bevindt zich een brief over deze Cup, gedateerd 19 september 1963 en geschreven onder de kop “K.L.M. Pilots Golf Club”. De organisatie meldt dit over “The I.P.A. Cup” van 1963:

“This event will be held at the KENNEMER G & C.C. ZANDVOORT on FRIDAY OCTOBER 18th, starting at 12.00 hours. The Cup will be 18 holes against bogey. Last year’s winner was Mr. A.G. Henderson. Members of the Kennemer will also be invited together with their wives and special prizes will be given for them. Only a pilot may win the I.P.A. Cup.”

De I.P.A. Cup was vermoedelijk een initiatief van Bunny Henderson en John Gregory die eind vijftiger jaren bij de KLM als piloot in dienst traden voor de groeiende passagierslijndienst. Ze werden lid van de Kennemer nadat ze begonnen waren bij de Amsterdamsche. Beiden waren ex-RAF-oorlogsvliegers en low-handicappers.

De I.P.A. Cup is tot 2017 altijd gespeeld op de Kennemer en er deden ook piloten mee van British Airways, Sabena, Swissair, Lufthansa en Spantax. De (gebroken) beker staat in het clubhuis van de Kennemer. Daarnaast is er de Sabena Red Jacket, een jasje voor de beste pilootgolfer. In het door Sabena geschonken jasje staan de namen van alle winnaars geborduurd.

Er zijn in de I.P.A. Cup van 1963 prijzen voor de beste netto score tegen bogey (goed voor de I.P.A. Cup en een Trophy), de nummer twee, de beste bruto score tegen bogey, de beste speler van de Kennemer “and/or Pilot’s wife”, de beste netto score op de eerste negen, de beste netto score op de tweede negen en de beste beginner, de Rabbit Prize. De “Nearest the Hole” is op de 17de.

Er kan niet gegarandeerd worden dat er genoeg caddies zijn, dus de organisatie schrijft:

“We would suggest that Amsterdam members who require a caddy should bring one from the Amsterdam Golf Club (…)”

In de brief wordt verteld dat de wedstrijden om de Plesman Plate – een matchplay-competitie in deze periode – achterlopen en dat men hoopt dat de finale gespeeld kan worden voor 18 oktober, zodat de prijzen voor de winnaar en halve finalisten uitgereikt kunnen worden op de dag van de I.P.A. Cup.

De strijd om de Plesman Plate bestaat sinds 1961 en heet nu het Vlieg Open. Deze wedstrijd voor alle actieve en gepensioneerde KLM-vliegers is een van de oudste bedrijfstoernooien van Nederland. Het toernooi bestaat nog altijd en wordt op verschillende banen gespeeld.

Tegenwoordig wordt in het Vlieg Open gespeeld om de Plesman Plate (lage handicappers) en de Plesman Bokaal (hogere handicappers). De oude Plesman Plate is een donatie van een weduwe van een Zweedse vlieger van KLM die op tragische wijze om het leven is gekomen. De schaal is gemaakt door een bekende Haarlemse zilversmit.

De strijd om de Plesman Plate begon zoals gemeld als matchplay-toernooi maar werd later een strokeplay-/stablefordwedstrijd. Aanvankelijk mochten leden van de gastclub ook meedoen maar sinds Vlieg Hypotheken hoofdsponsor is, zijn vliegers de enige deelnemers.

De Pilots Cup wordt ook genoemd in de brief van 1963 over de I.P.A. Cup:

“Possibly next year we can expand the I.P.A. Cup in to as big a day as we have at Amsterdam for the Pilots Cup.”

In het document wordt verder ook gemeld dat de strijd K.L.M.-S.A.S, in 1963 gespeeld op Stockholm Golf Club, gewonnen is door de KLM.

In het lustrumboek van 1989 vertelt het echtpaar Jonker over oud-RAF-piloten die na de oorlog door de KLM werden omgeschoold omdat de KLM geen eigen piloten meer had. Zij waren jarenlang te gast op de baan in Amsterdam:

“Een van de landingsbanen van Schiphol lag over de twaalfde hole. Als ze daaroverheen vlogen, deden ze hun grote koplampen een paar tellen uit, al was dat natuurlijk volstrekt verboden. Voor de uitbater van de club was dit het teken om de biefstukken alvast voor ze klaar te maken. Als dank voor de genoten gastvrijheid hebben deze piloten de ‘Pilot’s Cup’ georganiseerd, die [in 1989] nog steeds wordt gespeeld. Voor zover ze niet meer in Nederland woonden, kwamen ze uit alle hoeken van de wereld om daaraan deel te nemen.”

Maandblad Golf spreekt in een artikel van “Schotse, Canadese en Amerikaanse K.L.M.-gezagvoerders” die in het clubhuis “hun whisky, bier en rhum-met-coke” dronken.

De Pilots Cup. Deze bekers uit 1977 en 1978 doken op in 2020.

Ooievaar

De baan krijgt bezoek van een ooievaar. Een lid van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels bouwt een ooievaarsnest op de schoorsteen van het clubhuis.

Geen officiële halte

Maandblad Golf meldt hoe men op de baan in Amsterdam kan komen met openbaar vervoer:

“Vijf minuten voor ieder half uur vertrekt een bus van het Amstelstation naar Haarlem, welke, indien dit afzonderlijk verzocht wordt, bij de Golfclub stopt (er is daar geen officiële halte); de duur van de rit is ca. 15 min.”

Een tramstel voor de caddies

De caddies op de baan in Duivendrecht hebben in deze periode een onderkomen in een tramstel. Oud-caddie Henk Termeer vertelt daarover in 2016 als hij door lid Piet Postema, zijn buurman in Ouderkerk aan den Amstel, meegenomen wordt naar AOC:

“Het voorste deel van de tram was voor de professionals, Van Dijk en James. We hebben er veel gekaart. De tram is later in brand gestoken.”

Termeer, geboren in 1935, woonde in Amsterdam-Oost en werd caddie om wat bij te verdienen:

“Twee jongens die ik kende van de mulo en die hier caddie waren, Wim Runneboom en Dik van Pinksteren, namen me mee. Er was een caddietekort en ik kon meteen beginnen. Een opleiding kreeg ik niet. De heer Falk zat op het kantoortje en deelde de caddies in. Het was leuk. Ik ben ongeveer in 1954 begonnen en heb het een jaar of drie gedaan. Als bijbaantje, ik moest zakgeld hebben. Je kreeg een tientje per tas en je sjouwde vaak twee tassen tegelijk. Een fooi? Soms een gulden, soms wel een knaak.”

Termeer, die later elektricien werd, herinnert zich nog goed de oude ingang tot de baan:

“Over het onbewaakte spoor en dan was je er. Je kwam langs de fietswinkel van Verberkt. In een van de boerderijen op het golfterrein stonden de maaimachines. We fietsten hiernaartoe maar ik heb ook een tijd een brommer gehad, opgevoerd.”

Termeer weet nog veel namen van andere caddies uit zijn tijd op de baan:

“Cor Clement, zijn broer Ger, Wim Marijnissen, Joop van Meerveld – die zie ik nog wel eens. Geert Plas kon alles met een stokkie en is kampioen van Nederland geweest. Ik heb zelf nooit meegedaan aan de caddiekampioenschappen, ik was slecht …”

Hij herinnert zich ook nog veel leden uit zijn caddietijd:

“De heer Penso (Guillermo L. Penso) was ambassadeur, ik geloof van Venezuela. Hij had een Cadillac en hij reed daar heel hard in. Hij nam een keer professional (Wim) Van Dijk mee en die kwam helemaal wit uit de auto. Verder herinner ik me ook nog Hunkemöller, (Han) Bierenbroodspot – de directeur van Zwembad Heiligeweg – en Van Zwol, die verkering had met operettezangeres Cristina Deutekom. Een van de leden van toen sloeg echt ver, 220 meter.”

In de jaren vijftig, twintig jaar na de opening, was de baan vaak nat:

“Bijvoorbeeld bij de vijver, hole 4 was dat geloof ik [hole 13 in de beginjaren van de baan, bestaat niet meer]. De bal verdween altijd in de grond en wij moesten zoeken. We hebben met de hark heel wat in die vijver lopen vissen naar ballen, we kregen geld voor ballen die we vonden.”

In juni 2017, in een artikel in Golfers Magazine over de jaarlijkse caddiewedstrijd, komt de consul van Venezuela ook weer ter sprake. Hans van Wel, een van de caddies die geïnterviewd worden, vertelt over de consul. Van Wel is in 2017 77 jaar oud en speelt dan van handicap 28. Hij was vanaf zijn tiende (dus ongeveer vanaf 1950) caddie op de baan in Duivendrecht en deed het caddieën ongeveer 25 jaar lang. Van Wel:

“lk was een tijdje privécaddie voor een consul uit Venezuela. Zijn vader had oliebronnen. Hij kwam me in het weekend van huis halen en dan gingen we naar de Kennemer, Hilversum, Noordwijk, enzovoort. Hij bracht me ook naar huis. Dan zei hij: ‘’Hans, how much money?’ Als ik dan negen gulden zei, gaf hij er vijftig. ‘Morgen om tien uur weer Hans!’ ‘Ja dat was veel geld. Ik was leerlingdrukker en verdiende 35 cent per uur. lk vroeg mijn baas altijd om wat vrije uren zodat ik bij de dameswedstrijden kon caddieën. lk verdiende vijftien gulden voor het drogen van twee tossen over achttien holes. Op andere dogen droeg ik ook wel vier tassen over 36 holes. Mijn schouders zijn nu nog scheef! Ik ben op de AOC begonnen met ballen zoeken. Voor goede ballen kreeg ik 25 cent van de coddiemaster. Er was ook geen drivingrange. De spelers hadden een zak bollen mee en sloegen die weg om wat in te slaan. Die ging ik ophalen en don kreeg ik van hen een piek.”

Van Wel zal vele jaren later ook in het clubblad van AGC een en ander vertellen over zijn caddietijd. In het artikel van Karel Leeflang vertelt hij bijvoorbeeld dat er ook onder caddies rangen en standen waren. De besten waren caddies van het heren scratch-team, het beste team in de competitie. Het team zou in totaal zes keer kampioen van Nederland worden en bestond in de loop der tijd spelers als Piet Fruytier, Frans Wiegers, Jack Gregory, George Holst en Godard van Reede. De scratch-competitie duurde alles bij elkaar drie maanden. Over de caddiemaster (Valk) zegt Van Wel:

“De Oude Valk zoals wij hem noemden regelde de indeling en betaling van de caddies. Hij zat achter in het clubhuis en dat was de enige plek waar wij mochten komen.”

Over de leden:

“Wij hadden een eigen indeling van de leden gemaakt; de Piloten, de Dokters en de Elite. De Piloten waren het meest populair. Zij waren er vaak, niet krenterig en niet vies van een slok. De Dokters speelden meestal tijdens de lunch en het begin van de middag na de operaties en voor de bezoekronde aan de patiënt. De Elite, ja, dat waren nette Amsterdamse lieden en hun families. Nee, wij noemen geen namen.”

Van Wel vertelt ook over tramstel:

“Eén keer per jaar mochten wij in het clubhuis. Dat was na de Caddiewedstrijd. Voor de rest bivakkeerden we in de oude Blauwe Tram waar ook de tassen van de leden konden worden geplaatst. Was wel handig want wij moesten natuurlijk zorgen dat de clubs na iedere ronde weer spic and span gereinigd werden.”

Over de Prins Claus Beker:

“Prins Claus wist de caddies op waarde te schatten. Al jaren wordt om de Prins Claus Beker gespeeld. Eerst alleen door caddies, maar toen die schaars werden mochten ook greenkeepers meedoen. Een van de eerste wedstrijden werd op de Amsterdamsche gespeeld. Prins Claus reikte de beker zelf uit.”

Nationaal Amateur Kampioenschap

Dit jaar wordt in het Pinksterweekend het Nationaal Amateur Matchplay Kampioenschap gespeeld in Duivendrecht. Er verschijnt een verslag in Maandblad Golf. De winnaar van de matchplay-finale is “de ook bij deze gelegenheid immer onverstoorbaar zijn pijp rokende Twentenaar H.W. Jordaan.” (Hennie Jordaan.) Hij is 54 jaar oud in dit jaar en verslaat in de finale Hein Swane, met 2 en 1.

1954 maandblad golf 15 juli nat amatkampioensch hole 2
Bij het verslag in Maandblad Golf; ‘Een fraaie bunkerslag van [Hein] Swane [de runner-up] op de 9e hole te Duivendrecht tijdens het Nat. Amateurkampioenschap.’ (Nu de tweede hole.)

Het maandblad meldt verder over het kampioenschap:

“Door langdurige, abnormale droogte in de barre lente vond het bestuur van de Rosendaelsche G.C. het niet verantwoord deze belangrijke wedstrijd van onze prominente amateurs op zijn baan te laten verspelen. Het N.G.C. verzocht de A.G.C. om het ‘Nationale Amateur’ te Duivendrecht te houden en de jonge, energiek en bekwaam geleide Amsterdamse Club sprong galant in de bres (…)”

1954 noorduyn maandblad golf 15 juli
“Voorzitter Noorduyn (…) overhandigt onze nieuwe kampioen [Jordaan] de beker.

Drassig

De baan knapt op dankzij de adviezen van het St. Ives Research Station (zie 1952). De greens zijn weliswaar nog zacht, maar wel ‘redelijk’ volgens St. Ives.

In deze jaren heeft AGC een winterregeling met de Utrechtse Golfclub de Pan, meldt het lustrumboek van 1984. Als het terrein te drassig is, zoals in het najaar van 1954, dan kunnen de leden op ‘De Pan’ terecht.

Door het natte najaar kunnen de fairways moeilijk gemaaid worden. Maar gelukkig is er ook nog bridge, lezen we in het lustrumboek van 1984:

“Vele leden gebruikten, vooral op vrijdagavonden en zaterdagmiddagen in de winter, het clubhuis als sociëteit. Bridge was bijna net zo populair als golf.”

Machines

De club heeft in 1953 vier greenkeepers. Routinewerkzaamheden in de baan zijn intussen door machines vrijwel geheel gemechaniseerd: “Het behandelen en maaien van de achttien greens nam nog maar een uur of acht in beslag.”

Bols Hole-in-One Club

In 1954 bestaat de Bols Hole-in-One Club 25 jaar.  Er wordt een boekje gepubliceerd ter gelegenheid van het lustrum. De club telt internationaal 2500 leden. In het boekje van Bols staat dat er sinds 1941 elk jaar op een baan in Nederland een Bols Hole-in-One-wedstrijd wordt gespeeld. Maar de allereerste Bols Hole-in-One-wedstrijd werd al in 1938 gespeeld, in Duivendrecht.

Lees verder > 1955.