1990

AGC Duivendrecht

Op 4 juli 1990 wordt de “AGC Duivendrecht” opgericht. “als afdeling A.G.C.” In een convenant staat dat “’Duivendrecht’ in samenwerking met A.G.C. de exploitatie en het onderhoud van het golfterrein met bijbehorende accommodatie ter hand neemt met ingang van 1 oktober 1990.”

“Duivendrecht” krijgt het machinepark (maaimachine, tractoren, ballenraapmachine en handgereedschap) en de inventaris van het clubhuis. Maar “door de A.G.C. wordt in beginsel al datgene aan roerende goederen meegenomen dat redelijkerwijze past in het kader van de totale verhuizing van A.G.C. naar de Houtrakpolder” en “Door ‘Duivendrecht’ zal voorts ter verkrijging van de in het verleden gedane en reeds afgeschreven investeringen en ter finale kwijting hiervan aan A.G.C. verschuldigd zijn een bedrag van 250.000 gulden.” Dat wordt betaald in vier jaartermijnen.

57ste club

Op het wedstrijdprogramma van 1990 (en 1991) staat nog steeds “A.G.C. Duivendrecht”. Pas eind 1991 zal de naam veranderen in “Golfclub Amsterdam Old Course” en pas op 10 december 1991 zal de eerste ALV gehouden worden onder de naam Amsterdam Old Course. De naam Amsterdam Old Course is “vanzelf” ontstaan. De AGC’ers die verhuizen naar een nieuwe baan, noemen de baan in Duivendrecht gemakshalve “de Old Course”. Zo werd de clubnaam Amsterdam Old Course.

In 2019 schrijft AGC-lid en oud-AGC-voorzitter Karel Leeflang hierover in het clubblad van AGC. Zijn nogal zure terugblik op de scheiding van leden:

“Niemand van ons had ooit kunnen denken dat op deze baan [de Old Course] nog steeds gespeeld wordt, anders zouden wij het zeker een andere naam hebben gegeven. Nu lijkt het of wij de nieuwe club zijn terwijl wij nu met ere onze 85 jaar vieren als ‘de Amsterdamse’.”

De Amsterdamsche Golf Club is nummer 8 in de ranglijst van de NGF (een chronologische lijst van clubs die nog steeds bestaan), Amsterdam Old Course krijgt 57 als NGF-clubnummer.

De huidige huurovereenkomst tussen de NS en de golfclub, begonnen in 1987, eindigt 31 december 1996. Daarna, zo staat in het contract, wordt de huurtermijn voor onbepaalde tijd voortgezet met een opzegtermijn van 12 maanden.

1990 aoc 45 2 14 juli 1990, KLM Aerocarto aaaa b aa (2)
Een luchtfoto van de baan, 14 juli 1990. Midden boven is de parkeerplaats en het clubhuis te zien. Het Zwarte Laantje loopt naar beneden.  (Foto: KLM Aerocarto.)

Anti-kraak

Dat AOC eerst AGC Duivendrecht heette, daar was een goede reden voor, vertelt oud-voorzitter Gert Mosler later (in 2010) in een interview:

“AGC huurde de baan van de NS en een bestuurslid bedacht de afdeling Duivendrecht als een subvereniging van de AGC om de nieuwe club meer gestalte te geven en uit angst dat de NS het huurcontract niet zou verlengen. Achteraf was deze angst ongegrond en was deze constructie niet nodig geweest. Toen ik bestuurslid werd bleek achteraf dat de NS geen enkele bezwaar had gehad als wij ons rechtstreeks hadden gemeld als nieuwe club. De NS heeft enorm veel grond, is mogelijk zelf de grootste grootgrondbezitter van Nederland. Ze waren dolblij met ons AOC als club op hun grond. Zie het maar als anti-kraak. Op een gegeven moment kwam de NS ons zelfs gratis grond aanbieden. Zij offreerden de spoordijk, nu hole 8 [nu hole 3 en 4], om maar te vermijden dat de mensen van koning Petalo daar zouden neerstrijken. Een ware anti-kraakgedachte.”

Op 21 september 1990 is er Ledenberaad waarin de “voortgezette exploitatie Duivendrechtbaan” wordt besproken. De Commissie Duivendrecht concludeert dat “de Duivendrechtbaan gedurende de nog gegeven tijd als als een ‘self-supporting’ onderdeel van de AGC met een optimale accommodatie moet blijven voortbestaan”, waarbij gecombineerd lidmaatschap mogelijk is.

1990 klm Aerocarto 14 juli 1990 b
Een luchtfoto van de baan, 14 juli 1990. Links boven de parkeerplaats en het clubhuis. Volg je het Zwarte Laantje naar rechts, dan zie je de boerderij van Zwarte Laantje 3 (daar ongeveer ligt de huidige vijfde green). (Foto: KLM Aerocarto.)

Enquête

Onder de leden (er zijn er in 1990 ongeveer 490) wordt een enquête gehouden met de volgende uitslag:

Aantal geënquêteerden: 410 (geen Theeleden, geen Jeugdleden, geen Buitenleden, geen Bedrijfsleden)
Aantal binnengekomen formulieren: 290 (71 %)
I Willen alleen op baan in Duivendrecht blijven spelen: 39 (hierbij zijn 23 seniorleden)
II Hebben een participatiebewijs voor de Houtrakbaan, maar willen tevens volledig speelrecht op Duivendrecht behouden: 63
III Hebben een participatiebewijs voor de Houtrakbaan en zijn ook geïnteresseerd in een “jaarkaart”(“Vastrechtkaart”) die met betaling van een geringe greenfee per keer op de Duivendrechtbaan speelrecht geeft: 70
IV Zijn niet langer geïnteresseerd in de Duivendrechtbaan: 118

Van de leden van de Amsterdamse Golf Club blijven er ongeveer 180 de oude baan trouw, van wie er ongeveer zeventig kiezen voor een lidmaatschap van beide clubs. En 240 nieuwe leden doen op 1 oktober 1990 hun intrede.

Eerste AOC-voorzitter

Jan Jonker is de voorzitter van een interim-bestuur en Gert Mosler wordt op 13 november 1990 de eerste voorzitter van AOC (toen nog AGC Duivendrecht geheten). Mosler was al in zijn studententijd lid van AGC, vanaf 1952. Hij was een tijd geen lid maar werd eind jaren tachtig opnieuw lid.

Mosler werd gevraagd door Jonker. In 2010 vertelt hij Wilma Steverink bij een interview hoe dat ging:

“Toen wij, mijn vrouw en ik, lid werden heb ik een briefje aan Jan Jonker gestuurd in de trant van ‘Mocht je hulp willen hebben op een of ander gebied, dan hoor ik het wel.’ Jonker, deken van de Amsterdamse advocaten, reageerde. Hij zei: ‘Ik wil graag dat je voorzitter wordt. Op 1 januari 1997 loopt het contract af met de Spoorwegen, dus het is hoogstens voor vijf jaar. Ik heb een goed contact met de man bij de NS.’ Deze hoge piet had tegen hem gezegd: ‘Meneer Jonker, die viaducten [de Utrechtboog] zullen er wel komen, maar dat zal niet voor 2015 zijn. Citeer mij niet.'”

Bij de scheiding AGC-AOC gaat het biljart van het clubhuis in Duivendrecht mee naar AGC. Sommige leden zijn daar nog steeds boos over. Mosler dacht daar anders over vertelt hij vele jaren later in een interview met Wilma Steverink:

Ik vond het prima dat hij weg was, het was een ontzettende sta in de weg. (…)”

Oude en nieuwe Amsterdamse

Op 27 april 1990 wordt het hoogste punt bereikt van het nieuwe clubhuis op de nieuwe baan van AGC in de Houtrakpolder. Het terrein waarop de baan is gebouwd, lag oorspronkelijk in Halfweg maar dankzij burgemeester Ed van Thijn is het Amsterdamse grond geworden. De nieuwe 18-holes baan van de club wordt geopend op 21 september 1990, het clubhuis een half jaar later. De grond is door de club zelf aangekocht. AGC is “de oude Amsterdamse (club)” maar vanwege de nieuwe baan en het nieuwe clubhuis worden baan en club al snel “de nieuwe Amsterdamse” genoemd.

Film

Bij het vertrek van AGC uit Duivendrecht wordt een film van Vas Cejka vertoond, gedraaid op Super 8 zonder geluid. Cejka heeft enkele holes in beeld gebracht, maar ook leden die spelen, het clubhuis en de drivingrange met professional Wim Dorrestein. De film van 10 minuten is in 2010 ter gelegenheid van het 20-jarige bestaan van AOC beschikbaar gesteld door het echtpaar Cejka en gedigitaliseerd.

De film van Vas Cejka:

Vas en zijn vrouw Marie-Anne verhuizen in 1990 met AGC naar de nieuwe baan in Halfweg.

“Opdat wij niet verder beroofd worden”

In september 1990 heeft AOC de baan in Duivendrecht “voor zichzelf”. Van de oude baan is na het aanleggen van de ringspoorbaan 16,4 hectare overgebleven. (Pas in 1993 wordt het terrein weer groter, als de spoordijk erbij wordt gehuurd waarop de huidige hole 3 en 4 liggen.)

Welke bekers gaan naar AGC en welke blijven op AOC? In deze jaren van “de scheiding” leidt dat tot discussie. In de notulen van een bestuursvergadering in december 1990 is te lezen:

“Duivendrecht, Nico Vos en Consolation Cup blijven; brief naar AGC Houtrak sturen opdat wij niet verder beroofd worden.”

Integratie leden

Mosler, die tien jaar lang voorzitter was, zegt later in het clubblad van AOC over het jaar 1990 dat “de integratie [van oude leden en nieuwe leden] het bestuur niet is tegengevallen. (…) We zijn redelijk tevreden.”

In het interview met Wilma Steverink in 2010 zegt Mosler dat in het begin van AOC veel vanzelf ging:

“Wij boften, de AOC kreeg letterlijk de baan en het clubhuis cadeau. Stel je de luxe positie voor: er was een baan, er waren greenkeepers, machinerie en er was een clubhuis. Een naadloze overgang. Op de openingsbalans stond de baan met alle opstallen geactiveerd voor 250.00 gulden. Daarom kon men volstaan met een laag entreegeld in 1990. En let wel, de opstallen waren toen het clubhuis, de boerderij [Zwarte Laantje 3], de tassenloods, het caddiemasterskantoor en een gammele winkel. (…)

In 1990 hadden we een vliegende start. Alle leden waren al aangemonsterd! Alle ingrediënten waren er. Jan Jonker had Sophie van Ittersum gevonden voor het secretariaat. Zij had een brede ervaring onder meer binnen de NGF. Ik hoefde niets te doen. Ik kon het met Sophie goed vinden. (…)

De dinsdagavondcommissie zorgde dat het vanaf de eerste dag oergezellig was. Jaap en Trees Harinxsma regelden dat, bijgestaan door Ria Bloem en Vlasta Kupsch. Jaap en Trees waren de ziel van de DAI. De eerste horecapachter met zijn vrouw, herinner ik me als prima en Herman is stabiel. Zo herinner ik me Liesbeth Koopman-van der Harst jarenlang als clubkampioene.

Jan Jonker, zo zal blijken uit een brief van enkele jaren later (11 juli 1994), vindt het begin van de club AOC niet makkelijk:

“Ik heb op 1 juli 1990 de bestaande baan overgenomen van de AGC. Ik richtte een nieuwe vereniging op, waarvan ik aanvankelijk het enige lid en voorzitter was. De bestuursleden Mosler en Van den Berg hebben vanaf de winter 90/91 meegemaakt hoeveel moeite het heeft gekost om een nieuwe vereniging met een nieuw bestuur en compleet nieuwe commissies op gang te brengen en tegelijk de instroom van nieuwe leden te regelen. Wij begonnen in 1990 met 90 oude leden van de AGC die waren gebleven, maar uit die groep konden maar enkele commissieleden worden gerecruteerd. Toch moesten 200 nieuwe leden worden geholpen, van wie meer dan 100 nog aan hun GVB-opleiding moesten beginnen. Moeilijker was dat de baan, die door de AGC de laatste twee jaar voor het vertrek niet was onderhouden, in een deplorabele toestand verkeerde.”

Verder meldt Jonker onder meer:

“Van de vier greenkeepers waren er twee overgebleven. Het machinepark was verouderd (…) en de oorspronkelijke drainage, aangesloten op de ringsloot, was aan drie kanten doorsneden door de nieuwe spoordijken; er was niets gedaan aan de herinrichting van de drainage. (…) Vier van de negen greens waren vol met harde en kale plekken ten gevolge van slecht onderhoud in de jaren daarvoor.”

In verband met de lengte van het huurcontract bleef het baanbudget beperkt, schrijft Jonker, maar “in de eerste jaren na de overname zijn de werkzaamheden aan de greens intensief geweest. In die periode werden we begeleid door J. Rijks (ex-voorzitter greenkeepingcie NGF) en J. Eschauzier.” Op holes 2 [nu 9], 5 [nu de reservehole], 7 [bestaat niet meer] en 9 [nu 2] worden nieuwe tees aangelegd.

1990 10c 61ddd scoerkaart1990 kaart (3)
Een plattegrond van de baan op de scorekaart uit 1990.
1990 scorekaart 2 aaa
De scorekaart uit 1990

Professional Nigel Lancastar

Nigel Lancaster was de eerste professional op de Amsterdam Old Course. In 2010 vertelt hij over zijn begin in een interview door Wilma Steverink:

“Jan Jonker heeft me in 1990 gevraagd. Jan Jonker was een beetje de Godfather van de AOC. Jan was al heel lang lid van de AGC. (…)

In diezelfde tijd verhuisde de AGC en er ontstond een leegloop van leden op de Duivendrechtbaan. Daarbij opgeteld heerste er veel onzekerheid omdat de Spoorwegen, eigenaar van de grond van de golfbaan, destijds een opzegtermijn van 30 dagen had [Voor deze bewering is geen bevestiging gevonden.] De nieuwe club, de AOC in de persoon van Jan Jonker, benaderde mij om mijn expertise. Hoe zet je een golfschool op, hoe regel je de exploitatie en de continuïteit. Het was een heel dynamische tijd. Een bloeiende periode voor mijn golfschool in een oase van rust vlakbij Amsterdam.

Ik had ooit de baan gespeeld toen er nog 18 holes waren. Ik gaf nu zelf les en op mijn voorstel huurde de AOC Michael Yarnold in als tweede pro. Op een gegeven moment kwam ook Steven Leygraaf lesgeven. Hij is helaas overleden, maar hij was heel goed en groeide door tot regel-official van de PGA. Het was zo druk door de grote toeloop van nieuwe leden, dat op een gegeven moment we ook Edwin Heenk hebben benaderd. Die kon geen werk vinden. Hij zat in de WW en dankzij een verstandige ambtenaar kreeg Edwin, een uitstekend golfer, de kans om cursussen te volgen en zich zo op te leiden tot golfpro en dat is hij nog steeds.

Onze golfschool floreerde met onze lessen, enthousiasme voor de sport en een stukje passie. Ik heb altijd alles samen met Paula, mijn vrouw, gedaan. Toen ik begon bij de AOC waren we nog niet getrouwd. Ik gaf les en Paula runde de winkel, inkoop, verkoop en dat doet ze nog steeds. Het was fantastisch om zo met zijn tweeën bezig te zijn. De energie spatte er vanaf.

Ik ben een dikke vier jaar op de AOC gebleven. (…) Bij de AOC zijn we drie keer overvallen, onder meer een keer ’s avonds door een gang met messen.”

Lancaster geeft ook les op de nieuwe baan van AGC; AOC’ers kunnen ook daar lessen bij hem nemen, zonder dat ze een drivingrange-fee hoeven te betalen. De Engelse assistent-pro Yarnold kwam uit Mablethorpe in Lincolnshire.

In het interview van 2010 vertelt Lancaster hoe hij op de nieuwe baan van AGC terechtkwam:

“Marianne de Boer, die pro was bij de AGC, vroeg mij om ook les te komen geven bij de AGC. Op een gegeven moment hadden Paula en ik drie exploitaties. En dat al na een jaar! (…) Ik had in totaal zeven professionals aan het werk waarvan vier op de AOC, maar dat heb ik uiteindelijk teruggebracht naar drie. Verder had ik drie winkels. Ja, ook een op de AOC en een groothandel.”

1990 164 plattegrond juni 1990_0001a aaa
De baan en spoorwegen van 1990 getekend op een plattegrond van de oude 18-holes baan.

Lees verder > 1991.