1953

Stableford

In 1953, het jaar van de Watersnoodramp, wordt op Nederlandse golfbanen voor het eerst een nationale stableford-wedstrijd gespeeld, de Lucas Bols Trofee. Het is een succes, alle clubs doen er aan mee. De winnaar in Amsterdam (handicap 30, 43 punten) wordt in de nationale finale tweede.

Nationale wedstrijden

Op de baan in Duivendrecht worden in 1953 weer verschillende nationale wedstrijden gespeeld: de Heren-Juniores, de Dames-Meisjes en de Dames-Professionals wedstrijd. Op de cover van Maandblad Golf van 15 maart 1953 verschijnt een foto van de baan.

1953 mblad golf 1953b
De cover van Maandblad Golf van 15 maart 1953. Bijschrift: “een fraaie en karakeristieke foto van de baan der Amsterdamse G.C., waar op 13 Mei de Dames tegen de Professionals zullen spelen en op 12 Juli de wedstrijden Heren-Juniores en Dames-meisjes zullen plaats hebben.

In de wedstrijd Dames-Professionals winnen de pro’s met 11,5-3,5.

“Beide partijen speelden van dezelfde tees en de dames kregen geen slagen voorgift.”

Maandblad Golf, 15 september 1953: “Dames-meisjes: mej. T. Brouwer slaat van de 1e tee op de Amsterdamse Golfclub.”
1953 herenjongens1953a
Maandblad Golf 1953: “Heren-jongens: Marlof Strumphler slaat af” (van de 1e tee).

In 1953 wordt ook de eerste wedstrijd van de Jeugd-veteranen in Duivendrecht gespeeld.

Hole-in-one-wedstrijd

In 1953 wordt ook de jaarlijkse hole-in-one-wedstrijd, ingesteld in 1941, gespeeld in Amsterdam (zie 1941). Bols, Reuchlin en Hunter nodigen spelers (met een hole-in-one op hun naam) uit voor een 18-holes wedstrijd (“handicap medalplay”) en een hole-in-one-wedstrijd: negen ballen slaan op een korte hole. In een aankondiging staat onder meer:

“Het prijzen-tableau is met kennis, zorg en liefde samengesteld door de drie organiserende firma’s. Meer behoeven we er niet van te zeggen!”

Onder de deelnemers zijn de beste profs van Nederland, Piet Witte en Gerard de Wit. De secretaris van AGC, P.J.M Fruytier, slaat de bal op 78 cm van de hole en dat is de beste prestatie van de dag.

Bols en Reuchlin hebben in deze periode een hole-in-one-club en leveren drank. Maandblad Golf:

“Een wel zeer opgewekt gezelschap heeft nog lange tijd in het clubhuis (…) de negentiende hole gespeeld.”

Landskampioen Handicap-Competitie

Het eerste herenteam van de Amsterdamse in de Handicap-Competitie wordt in 1953 landskampioen en in de Nationale Caddiewedstrijd, in 1953 gespeeld op de Rosendaelsche, wordt de Amsterdamse caddie Geert Plas vijfde. De club heeft in 1953 negen jeugdleden. Zeven andere clubs in Nederland hebben er meer, zes clubs hebben er minder.

“Het mooist denkbare grastapijt

Maandblad Golf schrijft in 1953 een groot artikel over de baan en club onder de kop “Golf in de Duivendrechtse polder”. Volgens het blad hadden golfers bij de aanleg van de baan …

“(…) op een lap grond van 35 ha op drie meter onder Nieuw Amsterdams Peil in de Duivendrechtse polder een hartgrondige twijfel aan het welslagen van zo’n onzinnige onderneming: een golfbaan in een polder, waarin het grondwater het grootste deel van het jaar boven de graswortels stond! Dit was het noodlot om rheumatiek verzoeken, nog gezwegen van de geldverspilling.”

1953 maandblad golf 1953
Maandblad Golf, 1953.

Men zette door, schrijft Maandblad Golf:

“Er werden sloten gedempt en nieuwe gegraven, want met de nieuwe bestemming moest het terrein ook een geheel nieuwe waterhuishouding krijgen; er werd op de arme, zuurachtige veengrond, blootgesteld aan alle winden, een nieuwe jonge aanplant van bomen en heesters aangebracht (…) en nu, nog geen twintig jaar na de officiële opening in September 1935, ligt daar in een park van hoog opgaand hout een golfbaan, welks evenbeeld men noch in ons land noch ver daarbuiten vindt. Een golfbaan met een geheel eigen, typisch Hollands karakter; het kunstmatige, dat in de eerste jaren nog duidelijk opviel, is geheel opgegaan in de natuurlijke ontwikkeling van het terrein en thans moet er elk jaar gesnoeid en gekapt worden om de op elke golfbaan zo nodige, weldadige ruimte te geven.

Een ronde over de baan is altijd weer een genoegen. Men speelt er op het mooist denkbare grastapijt en de op andere banen zo talrijke mogelijkheden om een bal zoek te slaan in de rough zijn beperkt tot wat hoog gras, enkele sloten en de vijvers op de 4e en 16e hole [13de en zevende in de begintijd, bestaan niet meer], welke een niet te onderschatten psychologisch effect hebben op sommige spelers …

Het is nuttig zich vóór het aanvangen van een ronde zeer goed de betekenis te realiseren van de Duivendrechtse slogan: ‘pitch well up to the pin … zij stoppen waar ze droppen’, welk golfersjargon in fatsoenlijk Nederlandse vertaald, betekent, dat men er op deze baan vrijwel nimmer op moet rekenen, dat de bal nog wel zal doorrollen.”

In het artikel worden de meeste holes beschreven en de auteur gaat ook in op de speelvolgorde:

“Jaren lang is de baan niet bespeeld volgens de opzet van de architect, waardoor de charme gedeeltelijk verloren ging. Thans ligt de tee van de eerste hole [nog steeds de eerste hole] vlakbij het clubhuis op de vroegere tiende en men heeft de gelegenheid om op een eerste brede par-5 zich in te spelen zonder speciale gevaren en grote risico’s. Een redelijke lange speler krijgt hier een goede kans voor een birdie-4, welke hij hard nodig heeft voor de tweede par-3 hole [bestaat niet meer], welke binnen het kader van de baan uitermate moeilijk is.”

Een deel van de beschrijving van de huidige dogleg tweede hole (toen de negende):

“De eerste negen worden besloten met een verraderlijke hole, waarvan menige tweede slag, welke op de green bedoeld was, out-of bounds rechts in de sloot terecht komt.”

Out of bounds ligt nu enkele meters rechts van de sloot, bij het hek rondom de baan. Een deel van de beschrijving van de huidige negende (dat jaar de 18de en destijds een par 4 van 343 meter):

“Op de 18de hole, met zijn 376 yards lengte op zichzelf reeds een vrij zware opgaaf, wordt een bijzonder moeilijke tweede slag vereist, omdat door zijn hoge ligging en mooie bunker rechts van de green, iedere niet goed geplaatste approach gestraft wordt. Deze hole kan een waardig slot zijn van een goede ronde; toch is menige illusie van een lage score ten onder gegaan in de diepe bunker, welke rechts van de green gaapt.”

Er liggen nu twee bunkers rechts van de green, destijds was het één bunker. Het artikel eindigt met een beschrijving van het clubhuis:

“Het hele jaar door, dag in dag uit, heerst er een va-et-vient van Amsterdamse zakenmensen, die hier met hun relaties verpozing zoeken, van het jachtige leven in de stad, van Britse, Canadese en Amerikaanse gezagvoerders van de KLM, die er hun whisky of hun rhum-and-coke drinken en ge moet er u niet over verwonderen als de meneer naast u aan de bar of aan het tafeltje achter u een Italiaan of Zweed blijkt te zijn.

Wanneer de nieuwe rijksweg naar Utrecht in gebruik wordt gesteld, kan men vanaf het centrum der stad binnen 10 minuten op de Duivendrechtse course zijn. (…) Er is daar achttien jaar geleden in de Duivendrechtse polder een klein wonder gebeurd. Uit de woestenij van laagveen is een oase voortgekomen, waar niet alleen het lichaam maar ook de geest verkwikking zal vinden!”

Lees verder > 1954.